Dutch
Detailed Translations for verdoemde from Dutch to French
verdoemde:
-
de verdoemde (veroordeelde; gevangene; tuchthuisboef; gestrafte; verwezene)
Translation Matrix for verdoemde:
Noun | Related Translations | Other Translations |
bagnard | gestrafte; gevangene; tuchthuisboef; verdoemde; veroordeelde; verwezene | dwangarbeider |
condamné | gestrafte; gevangene; tuchthuisboef; verdoemde; veroordeelde; verwezene | boetedoener; boeteling; gestrafte; penitent |
détenu | gestrafte; gevangene; tuchthuisboef; verdoemde; veroordeelde; verwezene | arrestant; gedetineerde; gevangene; geïnterneerde |
forçat | gestrafte; gevangene; tuchthuisboef; verdoemde; veroordeelde; verwezene | dwangarbeider |
galérien | gestrafte; gevangene; tuchthuisboef; verdoemde; veroordeelde; verwezene | galeislaaf |
prisonnier | gestrafte; gevangene; tuchthuisboef; verdoemde; veroordeelde; verwezene | arrestant; gedetineerde; gevangene; geïnterneerde |
Modifier | Related Translations | Other Translations |
condamné | veroordeeld | |
prisonnier | gevangen; gevangen genomen; geïnterneerd; opgesloten; vastgezet |
verdoemen:
-
verdoemen (vervloeken; verwensen)
maudire; damner-
maudire verbe (maudis, maudit, maudissons, maudissez, maudissent, maudissais, maudissait, maudissions, maudissiez, maudissaient, maudîmes, maudîtes, maudirent, maudirai, maudiras, maudira, maudirons, maudirez, maudiront)
-
damner verbe (damne, damnes, damnons, damnez, damnent, damnais, damnait, damnions, damniez, damnaient, damnai, damnas, damna, damnâmes, damnâtes, damnèrent, damnerai, damneras, damnera, damnerons, damnerez, damneront)
-
-
verdoemen (veroordelen tot de hel)
condamner; damner; réprouver; condamner à l'enfer-
condamner verbe (condamne, condamnes, condamnons, condamnez, condamnent, condamnais, condamnait, condamnions, condamniez, condamnaient, condamnai, condamnas, condamna, condamnâmes, condamnâtes, condamnèrent, condamnerai, condamneras, condamnera, condamnerons, condamnerez, condamneront)
-
damner verbe (damne, damnes, damnons, damnez, damnent, damnais, damnait, damnions, damniez, damnaient, damnai, damnas, damna, damnâmes, damnâtes, damnèrent, damnerai, damneras, damnera, damnerons, damnerez, damneront)
-
réprouver verbe (réprouve, réprouves, réprouvons, réprouvez, réprouvent, réprouvais, réprouvait, réprouvions, réprouviez, réprouvaient, réprouvai, réprouvas, réprouva, réprouvâmes, réprouvâtes, réprouvèrent, réprouverai, réprouveras, réprouvera, réprouverons, réprouverez, réprouveront)
-
condamner à l'enfer verbe
-
Conjugations for verdoemen:
o.t.t.
- verdoem
- verdoemt
- verdoemt
- verdoemen
- verdoemen
- verdoemen
o.v.t.
- verdoemde
- verdoemde
- verdoemde
- verdoemden
- verdoemden
- verdoemden
v.t.t.
- heb verdoemd
- hebt verdoemd
- heeft verdoemd
- hebben verdoemd
- hebben verdoemd
- hebben verdoemd
v.v.t.
- had verdoemd
- had verdoemd
- had verdoemd
- hadden verdoemd
- hadden verdoemd
- hadden verdoemd
o.t.t.t.
- zal verdoemen
- zult verdoemen
- zal verdoemen
- zullen verdoemen
- zullen verdoemen
- zullen verdoemen
o.v.t.t.
- zou verdoemen
- zou verdoemen
- zou verdoemen
- zouden verdoemen
- zouden verdoemen
- zouden verdoemen
diversen
- verdoem!
- verdoemt!
- verdoemd
- verdoemend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze