Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. vererven:


Dutch

Detailed Translations for vererven from Dutch to French

vererven:

vererven verbe (vererf, vererft, vererfde, vererfden, verorven)

  1. vererven (legateren; vermaken; nalaten)
    laisser; léguer
    • laisser verbe (laisse, laisses, laissons, laissez, )
    • léguer verbe (lègue, lègues, léguons, léguez, )

Conjugations for vererven:

o.t.t.
  1. vererf
  2. vererft
  3. vererft
  4. vererven
  5. vererven
  6. vererven
o.v.t.
  1. vererfde
  2. vererfde
  3. vererfde
  4. vererfden
  5. vererfden
  6. vererfden
v.t.t.
  1. heb verorven
  2. hebt verorven
  3. heeft verorven
  4. hebben verorven
  5. hebben verorven
  6. hebben verorven
v.v.t.
  1. had verorven
  2. had verorven
  3. had verorven
  4. hadden verorven
  5. hadden verorven
  6. hadden verorven
o.t.t.t.
  1. zal vererven
  2. zult vererven
  3. zal vererven
  4. zullen vererven
  5. zullen vererven
  6. zullen vererven
o.v.t.t.
  1. zou vererven
  2. zou vererven
  3. zou vererven
  4. zouden vererven
  5. zouden vererven
  6. zouden vererven
diversen
  1. vererf!
  2. vererft!
  3. verorven
  4. verervend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for vererven:

VerbRelated TranslationsOther Translations
laisser legateren; nalaten; vererven; vermaken achterlaten; afstaan; bevrijden; dulden; duren; ermee uitscheiden; goedkeuren; goedvinden; gunnen; iemand iets nalaten; in vrijheid stellen; inwilligen; laten; laten staan; loslaten; losmaken; nalaten; opgeven; ophouden; overgeven; permitteren; staken; stoppen; teruglaten; toelaten; toestaan; toestemmen; uitscheiden; van de boeien ontdoen; vergunnen; vermaken; veronachtzamen; vrijlaten
léguer legateren; nalaten; vererven; vermaken achterlaten; iemand iets nalaten; nalaten; vermaken; veronachtzamen