Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. vergenoegen:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for vergenoegen from Dutch to French

vergenoegen:

vergenoegen verbe (vergenoeg, vergenoegt, vergenoegde, vergenoegden, vergenoegd)

  1. vergenoegen (tevreden stellen)
    satisfaire; suffire; assouvir; se contenter de; apaiser; contenter; pacifier
    • satisfaire verbe (satisfais, satisfait, satisfaisons, satisfaites, )
    • suffire verbe (suffis, suffit, suffisons, suffisez, )
    • assouvir verbe (assouvis, assouvit, assouvissons, assouvissez, )
    • apaiser verbe (apaise, apaises, apaisons, apaisez, )
    • contenter verbe (contente, contentes, contentons, contentez, )
    • pacifier verbe (pacifie, pacifies, pacifions, pacifiez, )
  2. vergenoegen (iemand genoegen doen)

Conjugations for vergenoegen:

o.t.t.
  1. vergenoeg
  2. vergenoegt
  3. vergenoegt
  4. vergenoegen
  5. vergenoegen
  6. vergenoegen
o.v.t.
  1. vergenoegde
  2. vergenoegde
  3. vergenoegde
  4. vergenoegden
  5. vergenoegden
  6. vergenoegden
v.t.t.
  1. ben vergenoegd
  2. bent vergenoegd
  3. is vergenoegd
  4. zijn vergenoegd
  5. zijn vergenoegd
  6. zijn vergenoegd
v.v.t.
  1. was vergenoegd
  2. was vergenoegd
  3. was vergenoegd
  4. waren vergenoegd
  5. waren vergenoegd
  6. waren vergenoegd
o.t.t.t.
  1. zal vergenoegen
  2. zult vergenoegen
  3. zal vergenoegen
  4. zullen vergenoegen
  5. zullen vergenoegen
  6. zullen vergenoegen
o.v.t.t.
  1. zou vergenoegen
  2. zou vergenoegen
  3. zou vergenoegen
  4. zouden vergenoegen
  5. zouden vergenoegen
  6. zouden vergenoegen
en verder
  1. heb vergenoegd
  2. hebt vergenoegd
  3. heeft vergenoegd
  4. hebben vergenoegd
  5. hebben vergenoegd
  6. hebben vergenoegd
diversen
  1. vergenoeg!
  2. vergenoegt!
  3. vergenoegd
  4. vergenoegend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for vergenoegen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
apaiser tevreden stellen; vergenoegen afkoelen; bedaren; bedwingen; begeerte stillen; beheersen; bemoedigen; beteugelen; bevredigen; dempen; geruststellen; intomen; kalmeren; koel worden; matigen; ondersteunen; opbeuren; sussen; temperen; tot kalmte manen; troosten; vertroosten; verzadigen; voldoening geven; zich de buik vol eten; zich matigen; zich verzoenen met
assouvir tevreden stellen; vergenoegen begeerte stillen; bevredigen; lessen; stillen; verzadigen; voldoening geven; zich de buik vol eten
contenter tevreden stellen; vergenoegen begeerte stillen; bevredigen; tevredenstellen; voldoening geven
pacifier tevreden stellen; vergenoegen begeerte stillen; bevredigen; demilitariseren; pacificeren; voldoening geven
satisfaire tevreden stellen; vergenoegen begeerte stillen; bevredigen; rekening betalen; tevredenstellen; verzadigen; voldoen; voldoening geven; volstaan; zich de buik vol eten
se contenter de iemand genoegen doen; tevreden stellen; vergenoegen
suffire tevreden stellen; vergenoegen genoeg zijn; toereikend zijn; voldoen; voldoende zijn; volstaan

Wiktionary Translations for vergenoegen:


Cross Translation:
FromToVia
vergenoegen satisfaire content — satisfy