Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. verhoren:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for verhoren from Dutch to French

verhoren:

verhoren verbe (verhoor, verhoort, verhoorde, verhoorden, verhoord)

  1. verhoren (ondervragen; uitvragen; overhoren; uithoren)
    interroger; questionner
    • interroger verbe (interroge, interroges, interrogeons, interrogez, )
    • questionner verbe (questionne, questionnes, questionnons, questionnez, )

Conjugations for verhoren:

o.t.t.
  1. verhoor
  2. verhoort
  3. verhoort
  4. verhoren
  5. verhoren
  6. verhoren
o.v.t.
  1. verhoorde
  2. verhoorde
  3. verhoorde
  4. verhoorden
  5. verhoorden
  6. verhoorden
v.t.t.
  1. heb verhoord
  2. hebt verhoord
  3. heeft verhoord
  4. hebben verhoord
  5. hebben verhoord
  6. hebben verhoord
v.v.t.
  1. had verhoord
  2. had verhoord
  3. had verhoord
  4. hadden verhoord
  5. hadden verhoord
  6. hadden verhoord
o.t.t.t.
  1. zal verhoren
  2. zult verhoren
  3. zal verhoren
  4. zullen verhoren
  5. zullen verhoren
  6. zullen verhoren
o.v.t.t.
  1. zou verhoren
  2. zou verhoren
  3. zou verhoren
  4. zouden verhoren
  5. zouden verhoren
  6. zouden verhoren
diversen
  1. verhoor!
  2. verhoort!
  3. verhoord
  4. verhorend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for verhoren:

VerbRelated TranslationsOther Translations
interroger ondervragen; overhoren; uithoren; uitvragen; verhoren doorvragen; doorzagen; examineren; interpelleren; overhoren; testen; toetsen; uitvorsen; uitvragen
questionner ondervragen; overhoren; uithoren; uitvragen; verhoren doorvragen; doorzagen; interpelleren; uitvragen

Wiktionary Translations for verhoren:

verhoren
verb
  1. interroger quelqu’un, lui poser des questions

Cross Translation:
FromToVia
verhoren interroger interrogate — to question or quiz