Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. verlegen maken:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for verlegen maken from Dutch to French

verlegen maken:

verlegen maken verbe (maak verlegen, maakt verlegen, maakte verlegen, maakten verlegen, verlegen gemaakt)

  1. verlegen maken
    embarrasser; intimider; troubler; décontenancer
    • embarrasser verbe (embarrasse, embarrasses, embarrassons, embarrassez, )
    • intimider verbe (intimide, intimides, intimidons, intimidez, )
    • troubler verbe (trouble, troubles, troublons, troublez, )
    • décontenancer verbe (décontenance, décontenances, décontenançons, décontenancez, )

Conjugations for verlegen maken:

o.t.t.
  1. maak verlegen
  2. maakt verlegen
  3. maakt verlegen
  4. maken verlegen
  5. maken verlegen
  6. maken verlegen
o.v.t.
  1. maakte verlegen
  2. maakte verlegen
  3. maakte verlegen
  4. maakten verlegen
  5. maakten verlegen
  6. maakten verlegen
v.t.t.
  1. heb verlegen gemaakt
  2. hebt verlegen gemaakt
  3. heeft verlegen gemaakt
  4. hebben verlegen gemaakt
  5. hebben verlegen gemaakt
  6. hebben verlegen gemaakt
v.v.t.
  1. had verlegen gemaakt
  2. had verlegen gemaakt
  3. had verlegen gemaakt
  4. hadden verlegen gemaakt
  5. hadden verlegen gemaakt
  6. hadden verlegen gemaakt
o.t.t.t.
  1. zal verlegen maken
  2. zult verlegen maken
  3. zal verlegen maken
  4. zullen verlegen maken
  5. zullen verlegen maken
  6. zullen verlegen maken
o.v.t.t.
  1. zou verlegen maken
  2. zou verlegen maken
  3. zou verlegen maken
  4. zouden verlegen maken
  5. zouden verlegen maken
  6. zouden verlegen maken
diversen
  1. maak verlegen!
  2. maakt verlegen!
  3. verlegen gemaakt
  4. verlegen makend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for verlegen maken:

VerbRelated TranslationsOther Translations
décontenancer verlegen maken
embarrasser verlegen maken belemmeren; beletten; koeioneren; kwellen; narren; obstructie plegen; omruilen; omwisselen; pesten; plagen; ruilen; sarren; tarten; tergen; treiteren; verhinderen; verwisselen; wisselen
intimider verlegen maken angst aanjagen; bangmaken; beangstigen; bedreigen; doen schrikken; intimideren; koeioneren; kwellen; narren; onder druk zetten; pesten; plagen; ringeloren; sarren; tarten; tergen; terroriseren; tiranniseren; treiteren; verschrikken; vrees aanjagen
troubler verlegen maken troebel maken; verstoren; vertoornen; vertroebelen

Wiktionary Translations for verlegen maken:


Cross Translation:
FromToVia
verlegen maken embarrasser; gêner embarrass — to humiliate; to disrupt somebody's composure or comfort with acting publicly or freely

External Machine Translations:

Related Translations for verlegen maken