Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. verluchten:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for verluchten from Dutch to French

verluchten:

verluchten verbe (verlucht, verluchtte, verluchtten, verlucht)

  1. verluchten (opsieren; verfraaien; opsmukken; )
    embellir; rafraîchir; garnir; décorer; orner; maquiller; parer; farder
    • embellir verbe (embellis, embellit, embellissons, embellissez, )
    • rafraîchir verbe (rafraîchis, rafraîchit, rafraîchissons, rafraîchissez, )
    • garnir verbe (garnis, garnit, garnissons, garnissez, )
    • décorer verbe (décore, décores, décorons, décorez, )
    • orner verbe (orne, ornes, ornons, ornez, )
    • maquiller verbe (maquille, maquilles, maquillons, maquillez, )
    • parer verbe (pare, pares, parons, parez, )
    • farder verbe (farde, fardes, fardons, fardez, )

Conjugations for verluchten:

o.t.t.
  1. verlucht
  2. verlucht
  3. verlucht
  4. verluchten
  5. verluchten
  6. verluchten
o.v.t.
  1. verluchtte
  2. verluchtte
  3. verluchtte
  4. verluchtten
  5. verluchtten
  6. verluchtten
v.t.t.
  1. heb verlucht
  2. hebt verlucht
  3. heeft verlucht
  4. hebben verlucht
  5. hebben verlucht
  6. hebben verlucht
v.v.t.
  1. had verlucht
  2. had verlucht
  3. had verlucht
  4. hadden verlucht
  5. hadden verlucht
  6. hadden verlucht
o.t.t.t.
  1. zal verluchten
  2. zult verluchten
  3. zal verluchten
  4. zullen verluchten
  5. zullen verluchten
  6. zullen verluchten
o.v.t.t.
  1. zou verluchten
  2. zou verluchten
  3. zou verluchten
  4. zouden verluchten
  5. zouden verluchten
  6. zouden verluchten
diversen
  1. verlucht!
  2. verlucht!
  3. verlucht
  4. verluchtend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for verluchten:

VerbRelated TranslationsOther Translations
décorer opschikken; opsieren; opsmukken; optuigen; tooien; verfraaien; verluchten; zich mooi maken aankleden; bekleden; decoreren; een onderscheidingsteken geven; make-up aanbrengen; onderscheiden; opmaken; opsmukken; optooien; optutten; overtrekken; ridderen; stofferen; van bekleding voorzien; versieren; versieringen aanbrengen; zich uitdossen; zich uitmonsteren
embellir opschikken; opsieren; opsmukken; optuigen; tooien; verfraaien; verluchten; zich mooi maken aankleden; decoreren; make-up aanbrengen; opluisteren; opmaken; opsmukken; optooien; optutten; versieren; versieringen aanbrengen; zich uitdossen; zich uitmonsteren
farder opschikken; opsieren; opsmukken; optuigen; tooien; verfraaien; verluchten; zich mooi maken achterhouden; bemantelen; make-up aanbrengen; opmaken; opsmukken; optutten; verbergen; verbloemen; verduisteren; verheimelijken; verhullen; versluieren; verstoppen; wegstoppen
garnir opschikken; opsieren; opsmukken; optuigen; tooien; verfraaien; verluchten; zich mooi maken afwerken; bekleden; garneren; make-up aanbrengen; opmaken; opsmukken; optutten; overtrekken; schotels garneren; stofferen; van bekleding voorzien; versieren
maquiller opschikken; opsieren; opsmukken; optuigen; tooien; verfraaien; verluchten; zich mooi maken make-up aanbrengen; make-up opdoen; opmaken; opsmukken; optutten; schminken
orner opschikken; opsieren; opsmukken; optuigen; tooien; verfraaien; verluchten; zich mooi maken aankleden; decoreren; make-up aanbrengen; opmaken; opsmukken; optooien; optutten; versieren; versieringen aanbrengen; zich uitdossen; zich uitmonsteren
parer opschikken; opsieren; opsmukken; optuigen; tooien; verfraaien; verluchten; zich mooi maken afweren; kleden; make-up aanbrengen; opmaken; opsmukken; optooien; optutten; pareren; uitmonsteren; verdedigen; verweren; weren; zich kleden; zich tooien; zich uitdossen; zich uitmonsteren
rafraîchir opschikken; opsieren; opsmukken; optuigen; tooien; verfraaien; verluchten; zich mooi maken afkoelen; blij maken; dorst lessen; fleurig maken; hernieuwen; in goede staat brengen; koel worden; koelen; koud worden; laven; nieuw leven inblazen; opfleuren; opfrissen; opknappen; opluchten; opmonteren; renoveren; verfrissen; verkillen; verkoelen; verkwikken; verlevendigen; verversen; vrolijker worden

Wiktionary Translations for verluchten: