Dutch
Detailed Translations for vertakken from Dutch to French
vertakken:
-
vertakken (aftakken)
se ramifier; bifurquer-
se ramifier verbe
-
bifurquer verbe (bifurque, bifurques, bifurquons, bifurquez, bifurquent, bifurquais, bifurquait, bifurquions, bifurquiez, bifurquaient, bifurquai, bifurquas, bifurqua, bifurquâmes, bifurquâtes, bifurquèrent, bifurquerai, bifurqueras, bifurquera, bifurquerons, bifurquerez, bifurqueront)
-
Conjugations for vertakken:
o.t.t.
- vertak
- vertakt
- vertakt
- vertakken
- vertakken
- vertakken
o.v.t.
- vertakte
- vertakte
- vertakte
- vertakten
- vertakten
- vertakten
v.t.t.
- heb vertakt
- hebt vertakt
- heeft vertakt
- hebben vertakt
- hebben vertakt
- hebben vertakt
v.v.t.
- had vertakt
- had vertakt
- had vertakt
- hadden vertakt
- hadden vertakt
- hadden vertakt
o.t.t.t.
- zal vertakken
- zult vertakken
- zal vertakken
- zullen vertakken
- zullen vertakken
- zullen vertakken
o.v.t.t.
- zou vertakken
- zou vertakken
- zou vertakken
- zouden vertakken
- zouden vertakken
- zouden vertakken
diversen
- vertak!
- vertakt!
- vertakt
- vertakkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
vertakken (aftakken)
Translation Matrix for vertakken:
Noun | Related Translations | Other Translations |
bifurcation | aftakken; vertakken | afscheiding; afsplitsing; aftakking; driesprong; onderafdeling; opsplitsing; splitsing; tweesprong; tweesprongen; vertakking; wegsplitsing |
dérivation | aftakken; vertakken | afleiden; deduceren |
Verb | Related Translations | Other Translations |
bifurquer | aftakken; vertakken | |
se ramifier | aftakken; vertakken |