Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. vervoeren:
  2. Wiktionary:
  3. User Contributed Translations for vervoeren:
    • véhiculer


Dutch

Detailed Translations for vervoeren from Dutch to French

vervoeren:

vervoeren verbe (vervoer, vervoert, vervoerde, vervoerden, vervoerd)

  1. vervoeren (iets transporteren)
    transporter
    • transporter verbe (transporte, transportes, transportons, transportez, )
  2. vervoeren (transporteren)
    transporter; déplacer
    • transporter verbe (transporte, transportes, transportons, transportez, )
    • déplacer verbe (déplace, déplaces, déplaçons, déplacez, )
  3. vervoeren (in vervoering brengen)
  4. vervoeren (verplaatsen; disloqueren; verschuiven; )
    déplacer; transférer; transposer
    • déplacer verbe (déplace, déplaces, déplaçons, déplacez, )
    • transférer verbe (transfère, transfères, transférons, transférez, )
    • transposer verbe (transpose, transposes, transposons, transposez, )

Conjugations for vervoeren:

o.t.t.
  1. vervoer
  2. vervoert
  3. vervoert
  4. vervoeren
  5. vervoeren
  6. vervoeren
o.v.t.
  1. vervoerde
  2. vervoerde
  3. vervoerde
  4. vervoerden
  5. vervoerden
  6. vervoerden
v.t.t.
  1. heb vervoerd
  2. hebt vervoerd
  3. heeft vervoerd
  4. hebben vervoerd
  5. hebben vervoerd
  6. hebben vervoerd
v.v.t.
  1. had vervoerd
  2. had vervoerd
  3. had vervoerd
  4. hadden vervoerd
  5. hadden vervoerd
  6. hadden vervoerd
o.t.t.t.
  1. zal vervoeren
  2. zult vervoeren
  3. zal vervoeren
  4. zullen vervoeren
  5. zullen vervoeren
  6. zullen vervoeren
o.v.t.t.
  1. zou vervoeren
  2. zou vervoeren
  3. zou vervoeren
  4. zouden vervoeren
  5. zouden vervoeren
  6. zouden vervoeren
diversen
  1. vervoer!
  2. vervoert!
  3. vervoerd
  4. vervoerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for vervoeren:

VerbRelated TranslationsOther Translations
déplacer disloqueren; roeren; transporteren; verleggen; verplaatsen; verschikken; verschuiven; vervoeren; verzetten iets verplaatsen; opschuiven; overplaatsen; overzetten; plaats maken; standplaats veranderen; transponeren; verleggen; verplaatsen; verrijden; verschuiven; verzetten
extasier in vervoering brengen; vervoeren
transférer disloqueren; roeren; verleggen; verplaatsen; verschikken; verschuiven; vervoeren; verzetten anders boeken; deponeren; doorsturen; doorverbinden; overbrengen; overplaatsen; overzetten; standplaats veranderen; storten; transponeren
transporter iets transporteren; transporteren; vervoeren
transposer disloqueren; roeren; verleggen; verplaatsen; verschikken; verschuiven; vervoeren; verzetten anders boeken; transponeren

Synonyms for "vervoeren":


Related Definitions for "vervoeren":

  1. naar een andere plaats brengen1
    • de taxi vervoert de passagiers naar het station1

Wiktionary Translations for vervoeren:

vervoeren
verb
  1. personen of objecten naar een andere plek brengen
vervoeren
verb
  1. Traductions à trier suivant le sens
  2. porter d’un lieu dans un autre.

Cross Translation:
FromToVia
vervoeren ravir; emporter; exalter beguile — charm, delight
vervoeren ravir ravish — transport with joy or delight; delight to ecstasy
vervoeren reporter; transporter transport — carry or bear from one place to another

Related Translations for vervoeren