Summary


Dutch

Detailed Translations for verzwaren from Dutch to French

verzwaren:

verzwaren verbe (verzwaar, verzwaart, verzwaarde, verzwaarden, verzwaard)

  1. verzwaren (bezwaren; zwaarder maken; gewicht toevoegen)
    renforcer; alourdir; charger; apesantir; s'aggraver; s'alourdir
    • renforcer verbe (renforce, renforces, renforçons, renforcez, )
    • alourdir verbe (alourdis, alourdit, alourdissons, alourdissez, )
    • charger verbe (charge, charges, chargeons, chargez, )
    • apesantir verbe
    • s'aggraver verbe
    • s'alourdir verbe
  2. verzwaren (zwaarder maken)
    aggraver; alourdir; rendre difficile; peser plus lourd
    • aggraver verbe (aggrave, aggraves, aggravons, aggravez, )
    • alourdir verbe (alourdis, alourdit, alourdissons, alourdissez, )

Conjugations for verzwaren:

o.t.t.
  1. verzwaar
  2. verzwaart
  3. verzwaart
  4. verzwaren
  5. verzwaren
  6. verzwaren
o.v.t.
  1. verzwaarde
  2. verzwaarde
  3. verzwaarde
  4. verzwaarden
  5. verzwaarden
  6. verzwaarden
v.t.t.
  1. heb verzwaard
  2. hebt verzwaard
  3. heeft verzwaard
  4. hebben verzwaard
  5. hebben verzwaard
  6. hebben verzwaard
v.v.t.
  1. had verzwaard
  2. had verzwaard
  3. had verzwaard
  4. hadden verzwaard
  5. hadden verzwaard
  6. hadden verzwaard
o.t.t.t.
  1. zal verzwaren
  2. zult verzwaren
  3. zal verzwaren
  4. zullen verzwaren
  5. zullen verzwaren
  6. zullen verzwaren
o.v.t.t.
  1. zou verzwaren
  2. zou verzwaren
  3. zou verzwaren
  4. zouden verzwaren
  5. zouden verzwaren
  6. zouden verzwaren
diversen
  1. verzwaar!
  2. verzwaart!
  3. verzwaard
  4. verzwarend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for verzwaren:

VerbRelated TranslationsOther Translations
aggraver verzwaren; zwaarder maken aanmoedigen; aanscherpen; bemoeilijken; erger maken; escaleren; iemand motiveren; intensiveren; moeilijker maken; prikkelen; stimuleren; toespitsen; uit de hand lopen; verergeren; verhevigen; versterken; zwaarder maken
alourdir bezwaren; gewicht toevoegen; verzwaren; zwaarder maken
apesantir bezwaren; gewicht toevoegen; verzwaren; zwaarder maken
charger bezwaren; gewicht toevoegen; verzwaren; zwaarder maken aandikken; aanklagen; aantijgen; beladen; belasten; beschuldigen; betichten; bevelen; bevrachten; commanderen; decreteren; farceren; gebieden; gelasten; geweer laden; incrimineren; inladen; insinueren; laden; op iets laden; opblazen; opdragen; opkloppen; opladen; opladen elektriciteit; opnieuw laden; opschroeven; opvullen; overdreven voorstellen; overdrijven; ten laste leggen; verdacht maken; verdenken; verladen; verordenen; vullen
peser plus lourd verzwaren; zwaarder maken
rendre difficile verzwaren; zwaarder maken bemoeilijken; compliceren; hinderen; ingewikkeld maken; lastig maken; moeilijk maken; moeilijker maken; tegenwerken; zwaarder maken
renforcer bezwaren; gewicht toevoegen; verzwaren; zwaarder maken aandikken; aanhalen; aanscherpen; bevestigen; consolideren; ergens aan bevestigen; iets overdreven voorstellen; intensiveren; opblazen; opkloppen; opschroeven; overdreven voorstellen; overdrijven; sterken; sterker maken; sterker worden; toespitsen; vastmaken; vastzetten; verhevigen; verscherpen; versterken; verstevigen
s'aggraver bezwaren; gewicht toevoegen; verzwaren; zwaarder maken aanscherpen; erger worden; escaleren; intensiveren; toespitsen; uit de hand lopen; verergeren; verhevigen; verslechteren; versterken
s'alourdir bezwaren; gewicht toevoegen; verzwaren; zwaarder maken aankomen; dikker worden; zwaarder worden

Wiktionary Translations for verzwaren:

verzwaren
verb
  1. figuurlijk erger maken
  2. opzettelijk beladen met extra gewicht