Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. vliegtuig besturen:


Dutch

Detailed Translations for vliegtuig besturen from Dutch to French

vliegtuig besturen:

vliegtuig besturen verbe

  1. vliegtuig besturen (navigeren)
    piloter; voler; piloter un avion
    • piloter verbe (pilote, pilotes, pilotons, pilotez, )
    • voler verbe (vole, voles, volons, volez, )

Translation Matrix for vliegtuig besturen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
piloter navigeren; vliegtuig besturen aanvoeren; bevel voeren over; binnenleiden; binnenloodsen; commanderen; karren; leiden; leidinggeven; rijden
piloter un avion navigeren; vliegtuig besturen
voler navigeren; vliegtuig besturen achterhouden; achteroverdrukken; afnemen; benemen; beroven; beroven van; bestelen; depriveren; fladderen; gappen; hangen; inpikken; jatten; kapen; ladelichten; leegplunderen; leegstelen; ontfutselen; ontnemen; ontstelen; ontvreemden; per vliegtuig reizen; pikken; plunderen; roven; snaaien; stelen; stuiven; te kort doen; toeëigenen; uitplunderen; verdonkeremanen; verdonkeren; verduisteren; vervreemden; vliegen; wapperen; wegfutselen; weggraaien; wegkapen; wegnemen; wegpakken; wegpikken; zweven

External Machine Translations:

Related Translations for vliegtuig besturen