Dutch
Detailed Translations for voorgevallen from Dutch to French
voorgevallen:
Translation Matrix for voorgevallen:
Noun | Related Translations | Other Translations |
passé | verleden | |
produit | artikel; ding; fabrikaat; goed; item; kunstwerk; maaksel; meesterwerk; object; opbrengst; product; voorwerp; werk; zaak | |
Modifier | Related Translations | Other Translations |
passé | voorgevallen | af; afgedaan; afgelopen; armoedig; bedorven; beëindigd; doorgegeven; ex; flodderig; gereed; geweest; gewezen; geëindigd; haveloos; jongstleden; klaar; kwijt; o.v.t.; onvoltooid verleden tijd; over; pover; rot; rottig; schamel; sjofel; sjofeltjes; slecht; toenmalig; uit; verder gegeven; verdwaald; vergaan; verleden; verleden tijd; verlopen; verloren; vermist; verrot; verstreken; vervallen; voltooid; voorbij; voorheen; voormalig; voormalige; vorig; vorige; vroeger; vroegere; weg; zoek |
produit | voorgevallen | gemaakt; geproduceerd; opgeleverd; vervaardigd |
voorvallen:
-
voorvallen (gebeuren; voordoen; plaatsvinden; plaats hebben; passeren)
se passer; survenir; arriver; se produire-
se passer verbe
-
survenir verbe (surviens, survient, survenons, survenez, surviennent, survenais, survenait, survenions, surveniez, survenaient, survins, survint, survînmes, survîntes, survinrent, surviendrai, surviendras, surviendra, surviendrons, surviendrez, surviendront)
-
arriver verbe (arrive, arrives, arrivons, arrivez, arrivent, arrivais, arrivait, arrivions, arriviez, arrivaient, arrivai, arrivas, arriva, arrivâmes, arrivâtes, arrivèrent, arriverai, arriveras, arrivera, arriverons, arriverez, arriveront)
-
se produire verbe
-
Conjugations for voorvallen:
o.t.t.
- val voor
- valt voor
- valt voor
- vallen voor
- vallen voor
- vallen voor
o.v.t.
- viel voor
- viel voor
- viel voor
- vielen voor
- vielen voor
- vielen voor
v.t.t.
- ben voorgevallen
- bent voorgevallen
- is voorgevallen
- zijn voorgevallen
- zijn voorgevallen
- zijn voorgevallen
v.v.t.
- was voorgevallen
- was voorgevallen
- was voorgevallen
- waren voorgevallen
- waren voorgevallen
- waren voorgevallen
o.t.t.t.
- zal voorvallen
- zult voorvallen
- zal voorvallen
- zullen voorvallen
- zullen voorvallen
- zullen voorvallen
o.v.t.t.
- zou voorvallen
- zou voorvallen
- zou voorvallen
- zouden voorvallen
- zouden voorvallen
- zouden voorvallen
diversen
- val voor!
- valt voor!
- voorgevallen
- voorvallend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
de voorvallen (incidenten; gebeurtenissen)
Translation Matrix for voorvallen:
Related Words for "voorvallen":
Wiktionary Translations for voorvallen:
voorvallen
voorvallen
verb
-
parvenir à destination. — note Sans complément, on sous-entend que la destination est le lieu où se tient le locuteur.