Noun | Related Translations | Other Translations |
avancer
|
|
oprukken
|
Verb | Related Translations | Other Translations |
avancer
|
stuwen; voortstuwen; vooruitduwen
|
aandragen; aankaarten; aanknopen; aansnijden; aanvoeren; avanceren; beter worden; betogen; bevorderd worden; beweren; demonstreren; doorlopen; duwen; een stapje verder gaan; een voorstel doen; entameren; gaan; geld opleveren; gesprek aanknopen; hogerop komen; inbrengen; lopen; naar voren brengen; naar voren plaatsen; openen; opmarcheren; opperen; oprukken; opschuiven; opwerpen; poneren; pretenderen; progressie maken; stappen; starten; stellen; suggereren; te berde brengen; ter sprake brengen; uitdrukken; uitdrukking geven aan; uiten; uiting geven aan; verbeteren; verder komen; verder lopen; verdergaan; verklaren; vertolken; vervroegen; verwoorden; voorgeven; voorschieten; voorschuiven; voortbewegen; voortgaan; vooruitgang boeken; vooruitkomen; vooruitschuiven; vooruitstreven; voorwaarts treden; vorderen; vorderingen maken; vroeger uitvoeren dan gepland; zich opwerken; zich voortbewegen
|
faire avancer
|
stuwen; voortstuwen; vooruitduwen
|
voortbewegen; vooruitbrengen
|
pousser
|
duwen; voortduwen; vooruitduwen
|
aandrijven; aandringen; aanduwen; aanhouden; aansporen; aanstoten; aanzwiepen; afschrikken; agiteren; bang maken; dringen; duwen; gedijen; gisten; groeien; groot worden; in beroering brengen; kiemen; omhoog schieten; omroeren; ontkiemen; ontspringen; ontspruiten; ontstaan uit; op iets aandringen; opdrijven; opdringen; opduwen; openstoten; opgroeien; opkrikken; oppoken; opschieten; opschroeven; opschuiven; opstoken; opwekken; plaats maken; prikkelen; roeren; schuiven; stimuleren; tieren; uit de grond schieten; uit de kiem te voorschijn komen; uitbotten; uitkomen; uitlopen; veel doen stijgen; verderhelpen; verplaatsen; verschrikken; verzetten; voortdrijven; voortduwen; voortjagen; voortkomen uit; voortschuiven; vooruitbrengen; vooruithelpen; wassen; wegjagen
|
pousser devant soi
|
duwen; voortduwen; vooruitduwen
|
|
pousser en avant
|
duwen; stuwen; voortduwen; voortstuwen; vooruitduwen
|
aanduwen; aanzetten; aanzwiepen; duwen; opdrijven; opschuiven; opstuwen; opzwepen; schuiven; sterk prikkelen; stuwen; voorschuiven; voortdrijven; voortduwen; voortjagen; voortschuiven; voortstuwen; vooruitschuiven; wegjagen
|
propulser
|
stuwen; voortstuwen; vooruitduwen
|
aanzetten; aanzwiepen; opdrijven; opstuwen; opzwepen; sterk prikkelen; stuwen; voortbewegen; voortdrijven; voortjagen; voortstuwen; vooruitschieten; wegjagen
|