Summary


Dutch

Detailed Translations for vrolijkheden from Dutch to French

vrolijkheid:

vrolijkheid [de ~ (v)] nom

  1. de vrolijkheid (opgewektheid; blijmoedigheid; blijheid)
    la joie; l'allégresse; le plaisir; la gaieté; la réjouissance; la bonne humeur; la jovialité; la grande joie; la satisfaction; la liesse; l'enjouement; la belle humeur; l'humeur joyeuse
  2. de vrolijkheid (hupsheid; lustigheid; uitgelatenheid)
    la joie; l'entrain; la gaieté; la jovialité; l'enjouement; l'humeur joyeuse
  3. de vrolijkheid (levendigheid; drukte; opgewektheid)
    la vivacité; la mobilité

Translation Matrix for vrolijkheid:

NounRelated TranslationsOther Translations
allégresse blijheid; blijmoedigheid; opgewektheid; vrolijkheid gein; jolijt; jool; keet; keurigheid; leut; lol; netheid; onberispelijkheid; opgeruimdheid; ordelijkheid; plezier; pret; pretmakerij; properheid; smetteloosheid; vreugde
belle humeur blijheid; blijmoedigheid; opgewektheid; vrolijkheid gein; jolijt; keet; keurigheid; leut; lol; netheid; onberispelijkheid; opgeruimdheid; ordelijkheid; plezier; pret; properheid; smetteloosheid; vreugde
bonne humeur blijheid; blijmoedigheid; opgewektheid; vrolijkheid jolijt; jool; keet; keurigheid; lol; netheid; onberispelijkheid; opgeruimdheid; opgewektheid; ordelijkheid; plezier; pretmakerij; properheid; smetteloosheid
enjouement blijheid; blijmoedigheid; hupsheid; lustigheid; opgewektheid; uitgelatenheid; vrolijkheid frivoliteit; hartelijkheid; hupsheid; jolijt; jool; jovialiteit; keet; keurigheid; lichtzinnigheid; lol; netheid; onberispelijkheid; ondiepte; opgeruimdheid; opgewektheid; oppervlakkigheid; ordelijkheid; plezier; pretmakerij; properheid; smetteloosheid
entrain hupsheid; lustigheid; uitgelatenheid; vrolijkheid animo; belangstelling; fascinatie; frivoliteit; geboeidheid; hupsheid; interesse; lichtzinnigheid; ondiepte; oppervlakkigheid; zin
gaieté blijheid; blijmoedigheid; hupsheid; lustigheid; opgewektheid; uitgelatenheid; vrolijkheid blijdschap; frivoliteit; gein; hupsheid; joligheid; jolijt; jool; keet; keurigheid; leut; lichtzinnigheid; lol; netheid; onberispelijkheid; ondiepte; opgeruimdheid; oppervlakkigheid; ordelijkheid; plezier; pret; pretmakerij; properheid; smetteloosheid; vreugde
grande joie blijheid; blijmoedigheid; opgewektheid; vrolijkheid enthousiasme; gedrevenheid; jolijt; jool; keet; keurigheid; lol; netheid; onberispelijkheid; opgeruimdheid; ordelijkheid; plezier; pretmakerij; properheid; smetteloosheid; uitbundigheid; uitgelatenheid
humeur joyeuse blijheid; blijmoedigheid; hupsheid; lustigheid; opgewektheid; uitgelatenheid; vrolijkheid frivoliteit; hupsheid; jolijt; jool; keet; keurigheid; lichtzinnigheid; lol; netheid; onberispelijkheid; ondiepte; opgeruimdheid; oppervlakkigheid; ordelijkheid; plezier; pretmakerij; properheid; smetteloosheid
joie blijheid; blijmoedigheid; hupsheid; lustigheid; opgewektheid; uitgelatenheid; vrolijkheid aardigheid; amusement; blijdschap; content; frivoliteit; gein; genoegen; genot; hupsheid; joligheid; jolijt; jool; keet; keurigheid; leut; lichtzinnigheid; lol; lust; netheid; onberispelijkheid; ondiepte; opgeruimdheid; oppervlakkigheid; ordelijkheid; plezier; pret; pretmakerij; properheid; schik; smetteloosheid; tevredenheid; vermaak; vermakelijkheid; verstrooiing; vertier; vreugde
jovialité blijheid; blijmoedigheid; hupsheid; lustigheid; opgewektheid; uitgelatenheid; vrolijkheid frivoliteit; gastvrijheid; goedmoedigheid; hartelijkheid; hupsheid; jolijt; jool; jovialiteit; keet; keurigheid; lichtzinnigheid; lol; netheid; onberispelijkheid; ondiepte; opgeruimdheid; oppervlakkigheid; ordelijkheid; plezier; pretmakerij; properheid; smetteloosheid
liesse blijheid; blijmoedigheid; opgewektheid; vrolijkheid enthousiasme; keurigheid; netheid; onberispelijkheid; opgeruimdheid; ordelijkheid; properheid; smetteloosheid; uitbundigheid; uitgelatenheid
mobilité drukte; levendigheid; opgewektheid; vrolijkheid beweegbaarheid; beweeglijkheid; draagbaarheid; kunnen bewegen; levendigheid; losheid; ongedurigheid; verplaatsbaarheid
plaisir blijheid; blijmoedigheid; opgewektheid; vrolijkheid aardigheid; amusement; animo; belangstelling; content; drift; fascinatie; geboeidheid; gein; geneugte; genieten; genoegen; genot; interesse; jolijt; jool; keet; keurigheid; leut; lol; lust; netheid; onberispelijkheid; opgeruimdheid; ordelijkheid; plezier; pret; pretmakerij; properheid; seksuele begeerte; smetteloosheid; tevredenheid; vermaak; vermakelijkheid; verstrooiing; vertier; vreugde; welgevallen; zin
réjouissance blijheid; blijmoedigheid; opgewektheid; vrolijkheid feestje; gein; jolijt; jool; keet; kermisspel; keurigheid; leut; lol; netheid; onberispelijkheid; opgeruimdheid; opvrolijking; ordelijkheid; party; plezier; pret; pretmakerij; properheid; smetteloosheid; viering; vreugde; vreugdefeest
satisfaction blijheid; blijmoedigheid; opgewektheid; vrolijkheid aardigheid; bevrediging; content; gein; genoegdoening; genoegen; genoegzaamheid; ingenomenheid; jolijt; keet; leut; lol; plezier; pret; satisfactie; schik; tevredenheid; tevredenstelling; vergenoegdheid; voldaanheid; voldoening; vreugde; welbehagen
vivacité drukte; levendigheid; opgewektheid; vrolijkheid beweeglijkheid; dartelheid; kittigheid; levendigheid; speelsheid; vlugheid; wakker zijn
OtherRelated TranslationsOther Translations
joie blijdschap

Related Words for "vrolijkheid":


Wiktionary Translations for vrolijkheid:

vrolijkheid
noun
  1. sentiment de bonheur, de satisfaction vive et intense qui vient du plaisir que l'on a à agir, à accomplir non pas une tâche répétitif, mais de contribuer à un certain progrès qui est empreint d'un caractère spirituel philosophique, scientifique, religieux ou esthétique.

Cross Translation:
FromToVia
vrolijkheid joie glee — Joy; merriment; mirth; gayety; particularly, the mirth enjoyed at a feast
vrolijkheid gaieté mirth — merriment
vrolijkheid gaieté Fröhlichkeit — Zustand, Stimmung einer Person oder Gruppe voller erkennbarer Freude

External Machine Translations: