Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. wanhoop:
  2. wanhopen:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for wanhoop from Dutch to French

wanhoop:

wanhoop [de ~] nom

  1. de wanhoop (radeloosheid; vertwijfeling)
    le désespoir; la désespérance; le mal de vivre; la morosité; la mélancolie; la tristesse

Translation Matrix for wanhoop:

NounRelated TranslationsOther Translations
désespoir radeloosheid; vertwijfeling; wanhoop gedeprimeerdheid; neerslachtigheid; somberheid; troosteloosheid; troosteloze toestand; zwaarmoedigheid
désespérance radeloosheid; vertwijfeling; wanhoop gedeprimeerdheid; neerslachtigheid; somberheid; treurnis; triestheid; zwaarmoedigheid
mal de vivre radeloosheid; vertwijfeling; wanhoop
morosité radeloosheid; vertwijfeling; wanhoop droefgeestigheid; gedeprimeerdheid; grauwheid; humeurigheid; kleurloosheid; melancholie; neerslachtigheid; somberheid; treurnis; triestheid; zwaarmoedigheid
mélancolie radeloosheid; vertwijfeling; wanhoop droefenis; droefgeestigheid; gedeprimeerdheid; kruis; kwel; leed; melancholie; neerslachtigheid; ongeluk; pijn; rouw; smart; somberheid; treurigheid; treurnis; triestheid; weemoed; zwaarmoedigheid
tristesse radeloosheid; vertwijfeling; wanhoop bedroefdheid; bekommernis; bezorgdheid; chagrijn; droefenis; droefgeestigheid; droefheid; ellende; ergernis; gedeprimeerdheid; grauwheid; kleurloosheid; kommer; kruis; kwel; leed; melancholie; misère; neerslachtigheid; ongeluk; ongerustheid; pijn; rouw; smart; somberheid; treurigheid; treurnis; triestheid; troosteloosheid; troosteloze toestand; verdriet; verontrusting; weemoed; zieligheid; zorg; zwaarmoedigheid

Related Words for "wanhoop":


Related Definitions for "wanhoop":

  1. gevoel dat er niets goeds meer kan gebeuren1
    • hij voelt alleen maar wanhoop als hij aan de toekomst denkt1

Wiktionary Translations for wanhoop:

wanhoop
noun
  1. een ellendige toestand waarin men geen uitkomst meer ziet
wanhoop
noun
  1. perte d’espérance ; état d’une personne qui perdre toute espérance.

Cross Translation:
FromToVia
wanhoop désespoir despondency — loss of hope or confidence
wanhoop désespoir Verzweiflung — der Zustand, in dem jemand keine Hoffnung mehr hat

wanhopen:

wanhopen verbe (wanhoop, wanhoopt, wanhoopte, wanhoopten, gewanhoopt)

  1. wanhopen
    désespérer
    • désespérer verbe (désespère, désespères, désespérons, désespérez, )

Conjugations for wanhopen:

o.t.t.
  1. wanhoop
  2. wanhoopt
  3. wanhoopt
  4. wanhopen
  5. wanhopen
  6. wanhopen
o.v.t.
  1. wanhoopte
  2. wanhoopte
  3. wanhoopte
  4. wanhoopten
  5. wanhoopten
  6. wanhoopten
v.t.t.
  1. heb gewanhoopt
  2. hebt gewanhoopt
  3. heeft gewanhoopt
  4. hebben gewanhoopt
  5. hebben gewanhoopt
  6. hebben gewanhoopt
v.v.t.
  1. had gewanhoopt
  2. had gewanhoopt
  3. had gewanhoopt
  4. hadden gewanhoopt
  5. hadden gewanhoopt
  6. hadden gewanhoopt
o.t.t.t.
  1. zal wanhopen
  2. zult wanhopen
  3. zal wanhopen
  4. zullen wanhopen
  5. zullen wanhopen
  6. zullen wanhopen
o.v.t.t.
  1. zou wanhopen
  2. zou wanhopen
  3. zou wanhopen
  4. zouden wanhopen
  5. zouden wanhopen
  6. zouden wanhopen
diversen
  1. wanhoop!
  2. wanhoopt!
  3. gewanhoopt
  4. wanhopend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for wanhopen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
désespérer wanhopen hoop opgeven; moedeloos maken; opgeven; vertwijfelen

Related Words for "wanhopen":


Wiktionary Translations for wanhopen:

wanhopen
verb
  1. perdre l’espoir de quelque chose.

Cross Translation:
FromToVia
wanhopen désespérer despair — to be hopeless