Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. wispelturigheid:
  2. wispelturig:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for wispelturigheid from Dutch to French

wispelturigheid:

wispelturigheid [de ~ (v)] nom

  1. de wispelturigheid (luimigheid; grilligheid)
    l'inconstance; le caprices; la versatilité

Translation Matrix for wispelturigheid:

NounRelated TranslationsOther Translations
caprices grilligheid; luimigheid; wispelturigheid
inconstance grilligheid; luimigheid; wispelturigheid onbestendigheid; veranderlijkheid; vergankelijkheid; vluchtigheid; wisselvalligheid
versatilité grilligheid; luimigheid; wispelturigheid

Related Words for "wispelturigheid":


Wiktionary Translations for wispelturigheid:

wispelturigheid

wispelturig:


Translation Matrix for wispelturig:

NounRelated TranslationsOther Translations
baroque barok
Not SpecifiedRelated TranslationsOther Translations
variable variabele
ModifierRelated TranslationsOther Translations
baroque grillig; nukkig; onberekenbaar; onvoorspelbaar; wispelturig apart; barok; bijzonder; bizar; buitenissig; curieus; eigenaardig; excentriek; merkwaardig; ongewoon; typisch; vreemd; zonderling
capricieux grillig; nukkig; onberekenbaar; onvoorspelbaar; wispelturig apart; bijzonder; bizar; buitenissig; curieus; eigenaardig; excentriek; merkwaardig; ongewoon; typisch; vreemd; zonderling
changeant grillig; nukkig; onberekenbaar; onvoorspelbaar; wispelturig buiig; inconsistent; onbestendig; variabel; variabele; variërend; veranderlijk; wisselvallig
fantasque grillig; nukkig; onberekenbaar; onvoorspelbaar; wispelturig apart; bijzonder; bizar; buitenissig; curieus; eigenaardig; excentriek; merkwaardig; ongewoon; typisch; vreemd; zonderling
imprévisible grillig; nukkig; onberekenbaar; onvoorspelbaar; wispelturig
incalculable grillig; nukkig; onberekenbaar; onvoorspelbaar; wispelturig onafzienbaar; onoverzienbaar
inconstant grillig; nukkig; onberekenbaar; onvoorspelbaar; wispelturig dun van gestalte; gammel; geestelijk onstabiel; krakkemikkig; labiel; mager; onbestendig; onstabiel; rank; variabele; veranderlijk; waggelend; wankel; wisselvallig; zwak
instable grillig; nukkig; onberekenbaar; onvoorspelbaar; wispelturig gammel; geestelijk onstabiel; halfslachtig; inconsistent; insolide; krakkemikkig; labiel; onstabiel; onstandvastig; twijfelmoedig; veranderlijk; waggelend; wankel; wankelmoedig; zwak
variable grillig; nukkig; onberekenbaar; onvoorspelbaar; wispelturig inconsistent; onbestendig; variabel; variabele; variërend; veranderlijk; wisselvallig
versatile grillig; nukkig; onberekenbaar; onvoorspelbaar; wispelturig
volage grillig; nukkig; onberekenbaar; onvoorspelbaar; wispelturig

Related Words for "wispelturig":


Wiktionary Translations for wispelturig:

wispelturig
adjective
  1. Qui se meut ou qui peut être mû, qui n’est pas fixe. (Sens général).
  2. Qui est changeant et léger.

Cross Translation:
FromToVia
wispelturig inconstant fickle — quick to change one’s opinion or allegiance
wispelturig versatile versatile — changeable or inconstant

External Machine Translations: