Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. zeurpieten:
  2. zeurpiet:


Dutch

Detailed Translations for zeurpieten from Dutch to French

zeurpieten:

zeurpieten [de ~] nom, pluriel

  1. de zeurpieten
    l'importuns; le rabâcheurs

Translation Matrix for zeurpieten:

NounRelated TranslationsOther Translations
importuns zeurpieten
rabâcheurs zeurpieten babbelaars; kletskoppen; kletskousen; kletsmajoors; kletsmajoren; zwammers

Related Words for "zeurpieten":


zeurpiet:

zeurpiet [de ~ (m)] nom

  1. de zeurpiet (zeurkous; geitenbreier; zeikerd; zemel; zeur)
    l'emmerdeur; le casse-cul; le rabâcheur; le casse-pieds; le radoteur

Translation Matrix for zeurpiet:

NounRelated TranslationsOther Translations
casse-cul geitenbreier; zeikerd; zemel; zeur; zeurkous; zeurpiet ellendeling; etter; etterbak; galbak; geitenbreier; klier; kreng; kwijler; lammeling; lamzak; lanterfanter; lapzwans; leegloper; lijntrekker; mispunt; nietsnut; schoft; schurk; slampamper; slapkous; smeerlap; stuk ongeluk; zeveraar
casse-pieds geitenbreier; zeikerd; zemel; zeur; zeurkous; zeurpiet hinderlijk persoon; lastpak; lastpost
emmerdeur geitenbreier; zeikerd; zemel; zeur; zeurkous; zeurpiet babbelaar; ellendeling; etter; etterbak; geitenbreier; haarklover; kletser; klier; kreng; kwijler; lammeling; lamzak; lanterfanter; lapzwans; leegloper; leuterkous; lijntrekker; mierenneuker; mispunt; muggenzifter; nietsnut; ouwehoer; scherpslijper; schoft; schurk; slampamper; slapkous; smeerlap; stuk ongeluk; zeveraar; zwamneus
rabâcheur geitenbreier; zeikerd; zemel; zeur; zeurkous; zeurpiet babbelaar; klep; kletskop; kletskous; kletsmajoor; kwebbel; leuteraar; zwammer; zwetser
radoteur geitenbreier; zeikerd; zemel; zeur; zeurkous; zeurpiet babbelaar; babbelaarster; keutelaar; klep; kletser; kletskop; kletskous; kletsmajoor; kletstante; kwebbel; kwijler; leuteraar; leuteraarster; leuterkous; ouwehoer; zeveraar; zwammer; zwamneus; zwetser

Related Words for "zeurpiet":