Dutch
Detailed Translations for zich van iets ontdoen from Dutch to French
zich van iets ontdoen:
-
zich van iets ontdoen (ontdoen)
dégarnir; se débarrasser de; défaire de; dépouiller de-
dégarnir verbe (dégarnis, dégarnit, dégarnissons, dégarnissez, dégarnissent, dégarnissais, dégarnissait, dégarnissions, dégarnissiez, dégarnissaient, dégarnîmes, dégarnîtes, dégarnirent, dégarnirai, dégarniras, dégarnira, dégarnirons, dégarnirez, dégarniront)
-
se débarrasser de verbe
-
défaire de verbe
-
dépouiller de verbe
-
Translation Matrix for zich van iets ontdoen:
Verb | Related Translations | Other Translations |
défaire de | ontdoen; zich van iets ontdoen | ontdoen van |
dégarnir | ontdoen; zich van iets ontdoen | demonteren; ledigen; leeghalen; leegmaken; legen; ontmantelen; onttakelen; uit elkaar halen; uit elkaar nemen; uiteen nemen |
dépouiller de | ontdoen; zich van iets ontdoen | beroven; ontdoen; uitbuiten |
se débarrasser de | ontdoen; zich van iets ontdoen | afnemen; afzonderen; ecarteren; lichten; loskomen; ontsnappen; verplaatsen; vervreemden; verwijderen; vrijkomen; wegbrengen; wegdoen; weghalen; wegnemen; wegwerken; zich bevrijden |
External Machine Translations: