Dutch
Detailed Translations for zondig from Dutch to French
zondig:
-
zondig
enclin au péché; coupable; sujet à pécher; dans le péché; honteux; inouï; scandaleux-
enclin au péché adj
-
coupable adj
-
sujet à pécher adj
-
dans le péché adj
-
honteux adj
-
inouï adj
-
scandaleux adj
-
Translation Matrix for zondig:
Noun | Related Translations | Other Translations |
coupable | dader | |
Modifier | Related Translations | Other Translations |
coupable | zondig | onbehoorlijk; onbetamelijk; onfatsoenlijk; ongehoord; ongepast; onwelvoegelijk; schuldig |
dans le péché | zondig | |
enclin au péché | zondig | |
honteux | zondig | aanstootgevend; aanstotelijk; beschamend; godgeklaagd; hemeltergend; honend; kleinerend; schamper; smadelijk; smadend; smalend; spottend; ten hemel schreiend; vernederend; zeer ergerlijk |
inouï | zondig | godgeklaagd; hemeltergend; ijzingwekkend; onbehoorlijk; onbetamelijk; onfatsoenlijk; ongehoord; ongepast; ontzettend; onwelvoegelijk; schrikbarend; schrikwekkend; ten hemel schreiend; vreselijk; zeer ergerlijk |
scandaleux | zondig | aanstootgevend; aanstotelijk; godgeklaagd; hemeltergend; schandaleus; schandalig; schandelijk; ten hemel schreiend; verfoeilijk; zeer ergerlijk |
sujet à pécher | zondig |
Related Words for "zondig":
zondig form of zondigen:
-
zondigen (een zonde begaan)
pécher; commettre un péché-
pécher verbe (pèche, pèches, péchons, péchez, pèchent, péchais, péchait, péchions, péchiez, péchaient, péchai, péchas, pécha, péchâmes, péchâtes, péchèrent, pécherai, pécheras, péchera, pécherons, pécherez, pécheront)
-
commettre un péché verbe
-
Conjugations for zondigen:
o.t.t.
- zondig
- zondigt
- zondigt
- zondigen
- zondigen
- zondigen
o.v.t.
- zondigde
- zondigde
- zondigde
- zondigden
- zondigden
- zondigden
v.t.t.
- heb gezondigd
- hebt gezondigd
- heeft gezondigd
- hebben gezondigd
- hebben gezondigd
- hebben gezondigd
v.v.t.
- had gezondigd
- had gezondigd
- had gezondigd
- hadden gezondigd
- hadden gezondigd
- hadden gezondigd
o.t.t.t.
- zal zondigen
- zult zondigen
- zal zondigen
- zullen zondigen
- zullen zondigen
- zullen zondigen
o.v.t.t.
- zou zondigen
- zou zondigen
- zou zondigen
- zouden zondigen
- zouden zondigen
- zouden zondigen
diversen
- zondig!
- zondigt!
- gezondigd
- zondigend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for zondigen:
Verb | Related Translations | Other Translations |
commettre un péché | een zonde begaan; zondigen | |
pécher | een zonde begaan; zondigen | bezondigen; inbreuk maken; overtreden |
Wiktionary Translations for zondigen:
zondigen
verb
zondigen
-
het overtreden van een religieuze wet
- zondigen → pêcher
verb
-
transgresser la loi divine ou religieux.
External Machine Translations: