Dutch
Detailed Translations for zuinig zijn from Dutch to French
zuinig zijn:
-
zuinig zijn
épargner; économiser; être économe de-
épargner verbe (épargne, épargnes, épargnons, épargnez, épargnent, épargnais, épargnait, épargnions, épargniez, épargnaient, épargnai, épargnas, épargna, épargnâmes, épargnâtes, épargnèrent, épargnerai, épargneras, épargnera, épargnerons, épargnerez, épargneront)
-
économiser verbe (économise, économises, économisons, économisez, économisent, économisais, économisait, économisions, économisiez, économisaient, économisai, économisas, économisa, économisâmes, économisâtes, économisèrent, économiserai, économiseras, économisera, économiserons, économiserez, économiseront)
-
être économe de verbe
-
-
zuinig zijn (zuinigheid)
Translation Matrix for zuinig zijn:
Noun | Related Translations | Other Translations |
fait d'être économe | zuinig zijn; zuinigheid | |
économie | zuinig zijn; zuinigheid | beknotting; bekorting; besnoeiing; besparing; bezuiniging; economie; inkrimping; kleiner maken; kostenbesparing; kostenverlaging; nationale economie; reduceren; spaarzaamheid; staathuishoudkunde; staatshuishouding; verkorting; volkshuishouding; zuinigheid |
épargne | zuinig zijn; zuinigheid | spaartegoed; spaarzaamheid; zuinigheid |
Verb | Related Translations | Other Translations |
économiser | zuinig zijn | besparen; bezuinigen; bijeenzamelen; geld besparen; korten; krom buigen; matigen; minder gebruiken; ombuigen; op bankrekening zetten; opeenhopen; oppotten; opsparen; sparen; verbuigen; vergaren; verzamelen |
épargner | zuinig zijn | besparen; bezuinigen; bijeenzamelen; geld besparen; in acht nemen; korten; matigen; minder gebruiken; ontzien; op bankrekening zetten; opeenhopen; oppotten; opsparen; sparen; vergaren; verschonen; verzamelen |
être économe de | zuinig zijn |