Summary
Dutch Synonyms:   more detail...
  1. aan stukken snijden:


Dutch

Detailed Synonyms for aan stukken snijden in Dutch

aan stukken snijden:

aan stukken snijden verbe (snijd aan stukken, snijdt aan stukken, sneed aan stukken, sneden aan stukken, aan stukken gesneden)

  1. aan stukken snijden
    stuksnijden; aan stukken snijden

Conjugations for aan stukken snijden:

o.t.t.
  1. snijd aan stukken
  2. snijdt aan stukken
  3. snijdt aan stukken
  4. snijden aan stukken
  5. snijden aan stukken
  6. snijden aan stukken
o.v.t.
  1. sneed aan stukken
  2. sneed aan stukken
  3. sneed aan stukken
  4. sneden aan stukken
  5. sneden aan stukken
  6. sneden aan stukken
v.t.t.
  1. heb aan stukken gesneden
  2. hebt aan stukken gesneden
  3. heeft aan stukken gesneden
  4. hebben aan stukken gesneden
  5. hebben aan stukken gesneden
  6. hebben aan stukken gesneden
v.v.t.
  1. had aan stukken gesneden
  2. had aan stukken gesneden
  3. had aan stukken gesneden
  4. hadden aan stukken gesneden
  5. hadden aan stukken gesneden
  6. hadden aan stukken gesneden
o.t.t.t.
  1. zal aan stukken snijden
  2. zult aan stukken snijden
  3. zal aan stukken snijden
  4. zullen aan stukken snijden
  5. zullen aan stukken snijden
  6. zullen aan stukken snijden
o.v.t.t.
  1. zou aan stukken snijden
  2. zou aan stukken snijden
  3. zou aan stukken snijden
  4. zouden aan stukken snijden
  5. zouden aan stukken snijden
  6. zouden aan stukken snijden
diversen
  1. snijd aan stukken!
  2. snijdt aan stukken!
  3. aan stukken gesneden
  4. aan stukken snijdende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Related Synonyms for aan stukken snijden