Dutch
Detailed Synonyms for doorrollen in Dutch
doorrollen:
-
doorrollen
Conjugations for doorrollen:
o.t.t.
- rol door
- rolt door
- rolt door
- rollen door
- rollen door
- rollen door
o.v.t.
- rolde door
- rolde door
- rolde door
- rolden door
- rolden door
- rolden door
v.t.t.
- ben doorgerold
- bent doorgerold
- is doorgerold
- zijn doorgerold
- zijn doorgerold
- zijn doorgerold
v.v.t.
- was doorgerold
- was doorgerold
- was doorgerold
- waren doorgerold
- waren doorgerold
- waren doorgerold
o.t.t.t.
- zal doorrollen
- zult doorrollen
- zal doorrollen
- zullen doorrollen
- zullen doorrollen
- zullen doorrollen
o.v.t.t.
- zou doorrollen
- zou doorrollen
- zou doorrollen
- zouden doorrollen
- zouden doorrollen
- zouden doorrollen
diversen
- rol door!
- rolt door!
- doorgerold
- doorrollend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze