Summary
Dutch
Detailed Synonyms for dragen in Dutch
dragen:
Conjugations for dragen:
o.t.t.
- draag
- draagt
- draagt
- dragen
- dragen
- dragen
o.v.t.
- droeg
- droeg
- droeg
- droegen
- droegen
- droegen
v.t.t.
- heb gedragen
- hebt gedragen
- heeft gedragen
- hebben gedragen
- hebben gedragen
- hebben gedragen
v.v.t.
- had gedragen
- had gedragen
- had gedragen
- hadden gedragen
- hadden gedragen
- hadden gedragen
o.t.t.t.
- zal dragen
- zult dragen
- zal dragen
- zullen dragen
- zullen dragen
- zullen dragen
o.v.t.t.
- zou dragen
- zou dragen
- zou dragen
- zouden dragen
- zouden dragen
- zouden dragen
en verder
- ben gedragen
- bent gedragen
- is gedragen
- zijn gedragen
- zijn gedragen
- zijn gedragen
diversen
- draag!
- draagt!
- gedragen
- dragend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze