Dutch
Detailed Synonyms for dwarsbomen in Dutch
dwarsbomen:
-
dwarsbomen
Conjugations for dwarsbomen:
o.t.t.
- dwarsboom
- dwarsboomt
- dwarsboomt
- dwarsbomen
- dwarsbomen
- dwarsbomen
o.v.t.
- dwarsboomde
- dwarsboomde
- dwarsboomde
- dwarsboomden
- dwarsboomden
- dwarsboomden
v.t.t.
- heb gedwarsboomd
- hebt gedwarsboomd
- heeft gedwarsboomd
- hebben gedwarsboomd
- hebben gedwarsboomd
- hebben gedwarsboomd
v.v.t.
- had gedwarsboomd
- had gedwarsboomd
- had gedwarsboomd
- hadden gedwarsboomd
- hadden gedwarsboomd
- hadden gedwarsboomd
o.t.t.t.
- zal dwarsbomen
- zult dwarsbomen
- zal dwarsbomen
- zullen dwarsbomen
- zullen dwarsbomen
- zullen dwarsbomen
o.v.t.t.
- zou dwarsbomen
- zou dwarsbomen
- zou dwarsbomen
- zouden dwarsbomen
- zouden dwarsbomen
- zouden dwarsbomen
en verder
- ben gedwarsboomd
- bent gedwarsboomd
- is gedwarsboomd
- zijn gedwarsboomd
- zijn gedwarsboomd
- zijn gedwarsboomd
diversen
- dwarsboom!
- dwarsboomt!
- gedwarsboomd
- dwarsbomend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze