Summary
Dutch Synonyms:   more detail...
  1. georganiseerd:
  2. organiseren:


Dutch

Detailed Synonyms for georganiseerd in Dutch

georganiseerd:

georganiseerd adj

  1. georganiseerd

Related Words for "georganiseerd":

  • georganiseerdheid, georganiseerder, georganiseerdere

georganiseerd form of organiseren:

organiseren verbe (organiseer, organiseert, organiseerde, organiseerden, georganiseerd)

  1. organiseren
    organiseren; ordenen; catalogiseren
    • organiseren verbe (organiseer, organiseert, organiseerde, organiseerden, georganiseerd)
    • ordenen verbe (orden, ordent, ordende, ordenden, geordend)
    • catalogiseren verbe (catalogiseer, catalogiseert, catalogiseerde, catalogiseerden, gecatalogiseerd)
  2. organiseren
    – regelen en laten ontstaan 1
    organiseren
    – regelen en laten ontstaan 1
    • organiseren verbe (organiseer, organiseert, organiseerde, organiseerden, georganiseerd)
      • wij hebben een demonstratie georganiseerd1

Conjugations for organiseren:

o.t.t.
  1. organiseer
  2. organiseert
  3. organiseert
  4. organiseren
  5. organiseren
  6. organiseren
o.v.t.
  1. organiseerde
  2. organiseerde
  3. organiseerde
  4. organiseerden
  5. organiseerden
  6. organiseerden
v.t.t.
  1. heb georganiseerd
  2. hebt georganiseerd
  3. heeft georganiseerd
  4. hebben georganiseerd
  5. hebben georganiseerd
  6. hebben georganiseerd
v.v.t.
  1. had georganiseerd
  2. had georganiseerd
  3. had georganiseerd
  4. hadden georganiseerd
  5. hadden georganiseerd
  6. hadden georganiseerd
o.t.t.t.
  1. zal organiseren
  2. zult organiseren
  3. zal organiseren
  4. zullen organiseren
  5. zullen organiseren
  6. zullen organiseren
o.v.t.t.
  1. zou organiseren
  2. zou organiseren
  3. zou organiseren
  4. zouden organiseren
  5. zouden organiseren
  6. zouden organiseren
en verder
  1. ben georganiseerd
  2. bent georganiseerd
  3. is georganiseerd
  4. zijn georganiseerd
  5. zijn georganiseerd
  6. zijn georganiseerd
diversen
  1. organiseer!
  2. organiseert!
  3. georganiseerd
  4. organiserend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

organiseren [znw.] nom

  1. organiseren
    organiseren; het regelen

Related Definitions for "organiseren":

  1. regelen en laten ontstaan1
    • wij hebben een demonstratie georganiseerd1

Related Synonyms for georganiseerd