Summary
Dutch Synonyms: more detail...
-
geschift:
- geschift; krankjorum; knettergek; kierewiet; knots; niet goed snik; hoorndol; getikt; gek; mesjogge; achterlijk; gestoord; stupide; zot; maf; idioot; krankzinnig; idioterig; mal
- schiften:
Dutch
Detailed Synonyms for geschift in Dutch
geschift:
-
geschift
geschift; krankjorum; knettergek; kierewiet; knots; niet goed snik; hoorndol; getikt-
geschift adj
-
krankjorum adj
-
knettergek adj
-
kierewiet adj
-
knots adj
-
niet goed snik adj
-
hoorndol adj
-
getikt adj
-
-
geschift
gek; mesjogge; krankjorum; achterlijk; gestoord; niet goed snik; stupide; zot; maf; idioot; krankzinnig; idioterig; geschift-
gek adj
-
mesjogge adj
-
krankjorum adj
-
achterlijk adj
-
gestoord adj
-
niet goed snik adj
-
stupide adj
-
zot adj
-
maf adj
-
idioot adj
-
krankzinnig adj
-
idioterig adj
-
geschift adj
-
-
geschift
Related Words for "geschift":
geschift form of schiften:
-
schiften
-
schiften
kiezen; selecteren; uitzoeken; uitkiezen; uitpikken; selectie toepassen; schiften; ziften-
selectie toepassen verbe (pas selectie toe, past selectie toe, paste selectie toe, pasten selectie toe, selectie toegepast)
-
schiften
Conjugations for schiften:
o.t.t.
- schift
- schift
- schift
- schiften
- schiften
- schiften
o.v.t.
- schiftte
- schiftte
- schiftte
- schiftten
- schiftten
- schiftten
v.t.t.
- heb geschift
- hebt geschift
- heeft geschift
- hebben geschift
- hebben geschift
- hebben geschift
v.v.t.
- had geschift
- had geschift
- had geschift
- hadden geschift
- hadden geschift
- hadden geschift
o.t.t.t.
- zal schiften
- zult schiften
- zal schiften
- zullen schiften
- zullen schiften
- zullen schiften
o.v.t.t.
- zou schiften
- zou schiften
- zou schiften
- zouden schiften
- zouden schiften
- zouden schiften
en verder
- ben geschift
- bent geschift
- is geschift
- zijn geschift
- zijn geschift
- zijn geschift
diversen
- schift!
- schift!
- geschift
- schiftend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze