Home ->Dictionaries ->Dutch/Dutch ->Translate gewaagd

Synonyms for "gewaagd" in Dutch

Summary

Dutch Synonyms: more detail...

gewaagd:
- gewaagd; gedurfd; pikant; hachelijk; gevaarlijk
wagen:
- riskeren; wagen; durven; avonturen
- auto; wagen; vehikel; kar; paardenwagen; durven; voertuig; rijtuig

Dutch

Detailed Synonyms for gewaagd in Dutch

gewaagd:

gewaagd adj

gewaagd
gewaagd; gedurfd; pikant
- gewaagd adj
- gedurfd adj
- pikant adj
gewaagd
hachelijk; gewaagd; gevaarlijk
- hachelijk adj
- gewaagd adj
- gevaarlijk adj

Related Words for "gewaagd":

gewaagdheid, gewaagder, gewaagdere, gewaagdst, gewaagdste

gewaagd form of wagen:

wagen verbe (waag, waagt, waagde, waagden, gewaagd)

wagen
riskeren; wagen; durven; avonturen
- riskeren verbe (riskeer, riskeert, riskeerde, riskeerden, geriskeerd)
- wagen verbe (waag, waagt, waagde, waagden, gewaagd)
- durven verbe (durf, durft, durfde, durfden, gedurfd)
- avonturen verbe
wagen

– je niet door angst of onzekerheid laten tegenhouden ¹
durven; wagen
– je niet door angst of onzekerheid laten tegenhouden ¹
- durven verbe (durf, durft, durfde, durfden, gedurfd)
  - Hij is niet bang, hij durft wel op de ladder.¹
- wagen verbe (waag, waagt, waagde, waagden, gewaagd)
  - hij waagde het toch naar huis te rijden met die gladheid¹

Conjugations for wagen:

o.t.t.

waag
waagt
waagt
wagen
wagen
wagen

o.v.t.

waagde
waagde
waagde
waagden
waagden
waagden

v.t.t.

heb gewaagd
hebt gewaagd
heeft gewaagd
hebben gewaagd
hebben gewaagd
hebben gewaagd

v.v.t.

had gewaagd
had gewaagd
had gewaagd
hadden gewaagd
hadden gewaagd
hadden gewaagd

o.t.t.t.

zal wagen
zult wagen
zal wagen
zullen wagen
zullen wagen
zullen wagen

o.v.t.t.

zou wagen
zou wagen
zou wagen
zouden wagen
zouden wagen
zouden wagen

diversen

waag!
waagt!
gewaagd
wagend

1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

wagen [de ~ (m)] nom

de wagen
de auto; de wagen; het vehikel; de kar
- auto [de ~ (m)] nom
- wagen [de ~ (m)] nom
- vehikel [het ~] nom
- kar [de ~] nom
de wagen
de wagen; paardenwagen
- wagen [de ~ (m)] nom
- paardenwagen [znw.] nom
de wagen
durven; de wagen
- durven [znw.] nom
- wagen [de ~ (m)] nom
de wagen
het vehikel; het voertuig; de rijtuig; de wagen; de kar
- vehikel [het ~] nom
- voertuig [het ~] nom
- rijtuig [de ~ (m)] nom
- wagen [de ~ (m)] nom
- kar [de ~] nom
de wagen

– vervoermiddel dat bestaat uit een kar of bak met vier wielen ¹
de wagen
– vervoermiddel dat bestaat uit een kar of bak met vier wielen ¹
- wagen [de ~ (m)] nom
  - de baby ligt in de kinderwagen¹

Related Words for "wagen":

wagens, wagentje, waag

Alternate Synonyms for "wagen":

durven

Antonyms for "wagen":

aarzelen; twijfelen; weifelen

Related Definitions for "wagen":

je niet door angst of onzekerheid laten tegenhouden¹
- hij waagde het toch naar huis te rijden met die gladheid¹
vervoermiddel dat bestaat uit een kar of bak met vier wielen¹
- de baby ligt in de kinderwagen¹

¹Muiswerk Woordenboek