Dutch
Detailed Synonyms for gladgemaakt in Dutch
gladgemaakt:
-
gladgemaakt
gepolijst; geslepen; gladgemaakt; gladgeslepen-
gepolijst adj
-
geslepen adj
-
gladgemaakt adj
-
gladgeslepen adj
-
gladmaken:
-
gladmaken
-
gladmaken
Conjugations for gladmaken:
o.t.t.
- maak glad
- maakt glad
- maakt glad
- maken glad
- maken glad
- maken glad
o.v.t.
- maakte glad
- maakte glad
- maakte glad
- maakten glad
- maakten glad
- maakten glad
v.t.t.
- heb gladgemaakt
- hebt gladgemaakt
- heeft gladgemaakt
- hebben gladgemaakt
- hebben gladgemaakt
- hebben gladgemaakt
v.v.t.
- had gladgemaakt
- had gladgemaakt
- had gladgemaakt
- hadden gladgemaakt
- hadden gladgemaakt
- hadden gladgemaakt
o.t.t.t.
- zal gladmaken
- zult gladmaken
- zal gladmaken
- zullen gladmaken
- zullen gladmaken
- zullen gladmaken
o.v.t.t.
- zou gladmaken
- zou gladmaken
- zou gladmaken
- zouden gladmaken
- zouden gladmaken
- zouden gladmaken
en verder
- is gladgemaakt
- zijn gladgemaakt
diversen
- maak glad!
- maakt glad!
- gladgemaakt
- gladmakend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze