Summary
Dutch Synonyms:   more detail...
  1. korf:
  2. korven:


Dutch

Detailed Synonyms for korf in Dutch

korf:

korf [de ~ (m)] nom

  1. de korf
    de korf; de mand

Related Words for "korf":


korf form of korven:

korven verbe (korf, korft, korfde, korfden, gekorfd)

  1. korven
    korven
    • korven verbe (korf, korft, korfde, korfden, gekorfd)

Conjugations for korven:

o.t.t.
  1. korf
  2. korft
  3. korft
  4. korven
  5. korven
  6. korven
o.v.t.
  1. korfde
  2. korfde
  3. korfde
  4. korfden
  5. korfden
  6. korfden
v.t.t.
  1. heb gekorfd
  2. hebt gekorfd
  3. heeft gekorfd
  4. hebben gekorfd
  5. hebben gekorfd
  6. hebben gekorfd
v.v.t.
  1. had gekorfd
  2. had gekorfd
  3. had gekorfd
  4. hadden gekorfd
  5. hadden gekorfd
  6. hadden gekorfd
o.t.t.t.
  1. zal korven
  2. zult korven
  3. zal korven
  4. zullen korven
  5. zullen korven
  6. zullen korven
o.v.t.t.
  1. zou korven
  2. zou korven
  3. zou korven
  4. zouden korven
  5. zouden korven
  6. zouden korven
en verder
  1. ben gekorfd
  2. bent gekorfd
  3. is gekorfd
  4. zijn gekorfd
  5. zijn gekorfd
  6. zijn gekorfd
diversen
  1. korf!
  2. korft!
  3. gekorfd
  4. korvend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

korven [de ~] nom, pluriel

  1. de korven
    de manden; de korven

Related Words for "korven":