Summary
Dutch Synonyms:   more detail...
  1. misdruk:
  2. misdrukken:


Dutch

Detailed Synonyms for misdruk in Dutch

misdruk:

misdruk [de ~ (m)] nom

  1. de misdruk
    de misdruk; de zetfout

Related Words for "misdruk":


misdruk form of misdrukken:

misdrukken verbe (misdruk, misdrukt, misdrukte, misdrukten, misdrukt)

  1. misdrukken
    verkeerd drukken; misdrukken

Conjugations for misdrukken:

o.t.t.
  1. misdruk
  2. misdrukt
  3. misdrukt
  4. misdrukken
  5. misdrukken
  6. misdrukken
o.v.t.
  1. misdrukte
  2. misdrukte
  3. misdrukte
  4. misdrukten
  5. misdrukten
  6. misdrukten
v.t.t.
  1. heb misdrukt
  2. hebt misdrukt
  3. heeft misdrukt
  4. hebben misdrukt
  5. hebben misdrukt
  6. hebben misdrukt
v.v.t.
  1. had misdrukt
  2. had misdrukt
  3. had misdrukt
  4. hadden misdrukt
  5. hadden misdrukt
  6. hadden misdrukt
o.t.t.t.
  1. zal misdrukken
  2. zult misdrukken
  3. zal misdrukken
  4. zullen misdrukken
  5. zullen misdrukken
  6. zullen misdrukken
o.v.t.t.
  1. zou misdrukken
  2. zou misdrukken
  3. zou misdrukken
  4. zouden misdrukken
  5. zouden misdrukken
  6. zouden misdrukken
diversen
  1. misdruk!
  2. misdrukt!
  3. misdrukt
  4. misdrukkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

misdrukken [de ~] nom, pluriel

  1. de misdrukken
    de zetfouten; de misdrukken

Related Words for "misdrukken":