Summary
Dutch Synonyms:   more detail...
  1. rooien:


Dutch

Detailed Synonyms for rooien in Dutch

rooien:

rooien verbe (rooi, rooit, rooide, rooiden, gerooid)

  1. rooien
    rooien
    • rooien verbe (rooi, rooit, rooide, rooiden, gerooid)
  2. rooien
    – het gewas uit de grond trekken 1
    rooien
    – het gewas uit de grond trekken 1
    • rooien verbe (rooi, rooit, rooide, rooiden, gerooid)
      • de aardappels worden gerooid1
  3. rooien
    – het redden, het samen klaarspelen 1
    rooien
    – het redden, het samen klaarspelen 1
    • rooien verbe (rooi, rooit, rooide, rooiden, gerooid)
      • wij rooien het samen wel1

Conjugations for rooien:

o.t.t.
  1. rooi
  2. rooit
  3. rooit
  4. rooien
  5. rooien
  6. rooien
o.v.t.
  1. rooide
  2. rooide
  3. rooide
  4. rooiden
  5. rooiden
  6. rooiden
v.t.t.
  1. heb gerooid
  2. hebt gerooid
  3. heeft gerooid
  4. hebben gerooid
  5. hebben gerooid
  6. hebben gerooid
v.v.t.
  1. had gerooid
  2. had gerooid
  3. had gerooid
  4. hadden gerooid
  5. hadden gerooid
  6. hadden gerooid
o.t.t.t.
  1. zal rooien
  2. zult rooien
  3. zal rooien
  4. zullen rooien
  5. zullen rooien
  6. zullen rooien
o.v.t.t.
  1. zou rooien
  2. zou rooien
  3. zou rooien
  4. zouden rooien
  5. zouden rooien
  6. zouden rooien
diversen
  1. rooi!
  2. rooit!
  3. gerooid
  4. rooiend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Related Definitions for "rooien":

  1. het gewas uit de grond trekken1
    • de aardappels worden gerooid1
  2. het redden, het samen klaarspelen1
    • wij rooien het samen wel1