Dutch
Detailed Synonyms for tinten in Dutch
tinten:
-
de tinten
-
tinten
Conjugations for tinten:
o.t.t.
- tint
- tint
- tint
- tinten
- tinten
- tinten
o.v.t.
- tintte
- tintte
- tintte
- tintten
- tintten
- tintten
v.t.t.
- heb getint
- hebt getint
- heeft getint
- hebben getint
- hebben getint
- hebben getint
v.v.t.
- had getint
- had getint
- had getint
- hadden getint
- hadden getint
- hadden getint
o.t.t.t.
- zal tinten
- zult tinten
- zal tinten
- zullen tinten
- zullen tinten
- zullen tinten
o.v.t.t.
- zou tinten
- zou tinten
- zou tinten
- zouden tinten
- zouden tinten
- zouden tinten
en verder
- ben getint
- bent getint
- is getint
- zijn getint
- zijn getint
- zijn getint
diversen
- tint!
- tintt!
- getint
- tintend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Related Words for "tinten":
tint:
-
de tint
-
de tint
-
de tint