Summary
Dutch Synonyms:   more detail...
  1. verafgoden:


Dutch

Detailed Synonyms for verafgoden in Dutch

verafgoden:

verafgoden verbe (verafgod, verafgodt, verafgoodde, verafgoodden, verafgod)

  1. verafgoden
    aanbidden; adoreren; verafgoden
    • aanbidden verbe (aanbid, aanbidt, aanbad, aanbaden, aanbeden)
    • adoreren verbe
    • verafgoden verbe (verafgod, verafgodt, verafgoodde, verafgoodden, verafgod)

Conjugations for verafgoden:

o.t.t.
  1. verafgod
  2. verafgodt
  3. verafgodt
  4. verafgoden
  5. verafgoden
  6. verafgoden
o.v.t.
  1. verafgoodde
  2. verafgoodde
  3. verafgoodde
  4. verafgoodden
  5. verafgoodden
  6. verafgoodden
v.t.t.
  1. heb verafgod
  2. hebt verafgod
  3. heeft verafgod
  4. hebben verafgod
  5. hebben verafgod
  6. hebben verafgod
v.v.t.
  1. had verafgod
  2. had verafgod
  3. had verafgod
  4. hadden verafgod
  5. hadden verafgod
  6. hadden verafgod
o.t.t.t.
  1. zal verafgoden
  2. zult verafgoden
  3. zal verafgoden
  4. zullen verafgoden
  5. zullen verafgoden
  6. zullen verafgoden
o.v.t.t.
  1. zou verafgoden
  2. zou verafgoden
  3. zou verafgoden
  4. zouden verafgoden
  5. zouden verafgoden
  6. zouden verafgoden
diversen
  1. verafgod!
  2. verafgodt!
  3. verafgod
  4. verafgodend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze