Dutch
Detailed Synonyms for verslechteren in Dutch
verslechteren:
-
verslechteren
Conjugations for verslechteren:
o.t.t.
- verslechter
- verslechtert
- verslechtert
- verslechteren
- verslechteren
- verslechteren
o.v.t.
- verslechterde
- verslechterde
- verslechterde
- verslechterden
- verslechterden
- verslechterden
v.t.t.
- heb verslechterd
- hebt verslechterd
- heeft verslechterd
- hebben verslechterd
- hebben verslechterd
- hebben verslechterd
v.v.t.
- had verslechterd
- had verslechterd
- had verslechterd
- hadden verslechterd
- hadden verslechterd
- hadden verslechterd
o.t.t.t.
- zal verslechteren
- zult verslechteren
- zal verslechteren
- zullen verslechteren
- zullen verslechteren
- zullen verslechteren
o.v.t.t.
- zou verslechteren
- zou verslechteren
- zou verslechteren
- zouden verslechteren
- zouden verslechteren
- zouden verslechteren
diversen
- verslechter!
- verslechtert!
- verslechterd
- verslechterend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze