Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. zich opstapelen:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for zich opstapelen from Dutch to Swedish

zich opstapelen:

zich opstapelen verbe

  1. zich opstapelen (zich ophopen; accumuleren)
    åstadkomma
    • åstadkomma verbe (åstadkommer, åstadkomm, åstadkommit)

Translation Matrix for zich opstapelen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
åstadkomma accumuleren; zich ophopen; zich opstapelen bewerkstelligen; losmaken; realiseren; teweegbrengen; tot stand brengen; verwerkelijken; verwezenlijken; volvoeren; voor elkaar krijgen

Wiktionary Translations for zich opstapelen:


Cross Translation:
FromToVia
zich opstapelen ackumulera accumulate — to grow in number

Related Translations for zich opstapelen