Home ->Dictionaries ->Dutch/Swedish ->Search: beschimmelen

Dutch and Swedish Search Results for: beschimmelen

Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. beschimmelen:
  2. Wiktionary:

Dutch

Detailed Translations for beschimmelen from Dutch to Swedish

beschimmelen:

beschimmelen verbe (beschimmel, beschimmelt, beschimmelde, beschimmelden, beschimmeld)

  1. beschimmelen (schimmelen)
    mögla
    • mögla verbe (möglar, möglade, möglat)

Conjugations for beschimmelen:

o.t.t.
  1. beschimmel
  2. beschimmelt
  3. beschimmelt
  4. beschimmellen
  5. beschimmellen
  6. beschimmellen
o.v.t.
  1. beschimmelde
  2. beschimmelde
  3. beschimmelde
  4. beschimmelden
  5. beschimmelden
  6. beschimmelden
v.t.t.
  1. ben beschimmeld
  2. bent beschimmeld
  3. is beschimmeld
  4. zijn beschimmeld
  5. zijn beschimmeld
  6. zijn beschimmeld
v.v.t.
  1. was beschimmeld
  2. was beschimmeld
  3. was beschimmeld
  4. waren beschimmeld
  5. waren beschimmeld
  6. waren beschimmeld
o.t.t.t.
  1. zal beschimmelen
  2. zult beschimmelen
  3. zal beschimmelen
  4. zullen beschimmelen
  5. zullen beschimmelen
  6. zullen beschimmelen
o.v.t.t.
  1. zou beschimmelen
  2. zou beschimmelen
  3. zou beschimmelen
  4. zouden beschimmelen
  5. zouden beschimmelen
  6. zouden beschimmelen
diversen
  1. beschimmel!
  2. beschimmelt!
  5. beschimmeld
  6. beschimmelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for beschimmelen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
mögla beschimmelen; schimmelen verschimmelen

Wiktionary Translations for beschimmelen:

beschimmelen
verb
  1. aangevreten worden door schimmels
Cross Translation:
FromToVia
• beschimmelen → mögla ↔ moisir — se couvrir de moisissure.

External Machine Translations:






Your free, fast, and simple translation dictionary

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Page served in 0.0328 seconds
Page rendered in 1.0 seconds