Home ->Dictionaries ->Dutch/Swedish ->Search: gebit

Dutch and Swedish Search Results for: gebit

Summary

Dutch to Swedish: more detail...

gebit:
- tänder; tandrad; löständer
Wiktionary:
- gebit → bett
- gebit → löständer, tanduppsättning, bett

Swedish to Dutch: more detail...

gebit:
- Wiktionary:
  gebit → gebied, omgeving, bereik, sfeer, gewest, regio, streek, landstreek, land
- Synonyms for "gebit":
  fack; område

Dutch

Detailed Translations for gebit from Dutch to Swedish

gebit:

gebit [het ~] nom

het gebit (alle tanden en kiezen; tanden)
tänder; tandrad
- tänder nom
- tandrad [-en] nom
het gebit (kunstgebit)
löständer
- löständer nom

Translation Matrix for gebit:

Noun	Related Translations	Other Translations
löständer	gebit; kunstgebit	kunsttanden; tandprothese
tandrad	alle tanden en kiezen; gebit; tanden	tandenrij
tänder	alle tanden en kiezen; gebit; tanden

Related Words for "gebit":

gebitten, gebitje, gebitjes

Related Definitions for "gebit":

je tanden en kiezen¹
- voor controle van je gebit ga je naar de tandarts¹

Wiktionary Translations for gebit:

gebit

noun

alle tanden en kiezen van een dier of mens
- gebit → bett

Cross Translation:

From	To	Via
• gebit	→ löständer	↔ Gebiss — der Zahnersatz; die künstlichen Zähne
• gebit	→ tanduppsättning; bett	↔ Gebiss — die Gesamtheit der Zähne

Swedish

Detailed Translations for gebit from Swedish to Dutch

gebit:

Synonyms for "gebit":

fack; område

Wiktionary Translations for gebit:

Cross Translation:

From	To	Via
• gebit	→ gebied	↔ Gebiet — ein fachlich begrenztes Gebiet, siehe auch Fachbereich
• gebit	→ omgeving; bereik; sfeer	↔ sphere — region in which something or someone is active
• gebit	→ gebied; gewest; regio; streek; landstreek; land	↔ contrée — géographie\|fr certain étendue de pays.
• gebit	→ gebied; gewest; regio; streek; landstreek	↔ région — toponymie‎\|fr Vaste territoire ; étendue de pays.

¹Muiswerk Woordenboek