Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. transponeren:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for transponeren from Dutch to Swedish

transponeren:

transponeren verbe (transponeer, transponeert, transponeerde, transponeerden, getransponeerd)

  1. transponeren (overzetten)
    överföra; omplacera
    • överföra verbe (överför, överförde, överfört)
    • omplacera verbe (omplacerar, omplacerade, omplacerat)
  2. transponeren
    transponera
    • transponera verbe (transponerar, transponerade, transponerat)

Conjugations for transponeren:

o.t.t.
  1. transponeer
  2. transponeert
  3. transponeert
  4. transponeren
  5. transponeren
  6. transponeren
o.v.t.
  1. transponeerde
  2. transponeerde
  3. transponeerde
  4. transponeerden
  5. transponeerden
  6. transponeerden
v.t.t.
  1. heb getransponeerd
  2. hebt getransponeerd
  3. heeft getransponeerd
  4. hebben getransponeerd
  5. hebben getransponeerd
  6. hebben getransponeerd
v.v.t.
  1. had getransponeerd
  2. had getransponeerd
  3. had getransponeerd
  4. hadden getransponeerd
  5. hadden getransponeerd
  6. hadden getransponeerd
o.t.t.t.
  1. zal transponeren
  2. zult transponeren
  3. zal transponeren
  4. zullen transponeren
  5. zullen transponeren
  6. zullen transponeren
o.v.t.t.
  1. zou transponeren
  2. zou transponeren
  3. zou transponeren
  4. zouden transponeren
  5. zouden transponeren
  6. zouden transponeren
en verder
  1. ben getransponeerd
  2. bent getransponeerd
  3. is getransponeerd
  4. zijn getransponeerd
  5. zijn getransponeerd
  6. zijn getransponeerd
diversen
  1. transponeer!
  2. transponeert!
  3. getransponeerd
  4. transponerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for transponeren:

NounRelated TranslationsOther Translations
överföra overdrachten
VerbRelated TranslationsOther Translations
omplacera overzetten; transponeren swizzle; unswizzle
transponera transponeren anders boeken
överföra overzetten; transponeren afdragen; doorverbinden; overbrengen; overdragen aan; overzenden; overzetten; transplanteren; uploaden

Wiktionary Translations for transponeren:


Cross Translation:
FromToVia
transponeren transponera; överflytta transposer — changer de ton musical