Summary


Dutch

Detailed Translations for omkeer from Dutch to Swedish

omkeer:


omkeer form of omkeren:

omkeren verbe (keer om, keert om, keerde om, keerden om, omgekeerd)

  1. omkeren (iets omdraaien)
    svänga; vända
    • svänga verbe (svänger, svängde, svängt)
    • vända verbe (vänder, vändde, vänt)
  2. omkeren (terugkeren; terugkomen; retourneren)
    komma tillbaka; vända om
    • komma tillbaka verbe (kommer tillbaka, komm tillbaka, kommit tillbaka)
    • vända om verbe (vänder om, vändde om, vänt om)
  3. omkeren (teruggaan; keren)
    återvända
    • återvända verbe (återvänder, återvändde, återvänt)
  4. omkeren (ombladeren; omslaan)
    bläddra; vända blad
    • bläddra verbe (bläddrar, bläddrade, bläddrat)
    • vända blad verbe (vänder blad, vändde blad, vänt blad)
  5. omkeren

Conjugations for omkeren:

o.t.t.
  1. keer om
  2. keert om
  3. keert om
  4. keren om
  5. keren om
  6. keren om
o.v.t.
  1. keerde om
  2. keerde om
  3. keerde om
  4. keerden om
  5. keerden om
  6. keerden om
v.t.t.
  1. ben omgekeerd
  2. bent omgekeerd
  3. is omgekeerd
  4. zijn omgekeerd
  5. zijn omgekeerd
  6. zijn omgekeerd
v.v.t.
  1. was omgekeerd
  2. was omgekeerd
  3. was omgekeerd
  4. waren omgekeerd
  5. waren omgekeerd
  6. waren omgekeerd
o.t.t.t.
  1. zal omkeren
  2. zult omkeren
  3. zal omkeren
  4. zullen omkeren
  5. zullen omkeren
  6. zullen omkeren
o.v.t.t.
  1. zou omkeren
  2. zou omkeren
  3. zou omkeren
  4. zouden omkeren
  5. zouden omkeren
  6. zouden omkeren
diversen
  1. keer om!
  2. keert om!
  3. omgekeerd
  4. omkerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for omkeren:

NounRelated TranslationsOther Translations
komma tillbaka terugkomst
återvända terugkomst
VerbRelated TranslationsOther Translations
bläddra ombladeren; omkeren; omslaan bladeren; browsen; zoeken
invertera omkeren
komma tillbaka omkeren; retourneren; terugkeren; terugkomen retourneren; terugbrengen; teruggeven; terugzenden; wederkeren; weerkeren
svänga iets omdraaien; omkeren buigen; draaien; krommen; oscilleren; schommelen; welven; wenden; wiegelen; wiegen; zwengelen; zwenken
vända iets omdraaien; omkeren draaien; kenteren; keren; omwenden; rondwentelen; spiegelen; wenden
vända blad ombladeren; omkeren; omslaan bladeren
vända om omkeren; retourneren; terugkeren; terugkomen
återvända keren; omkeren; teruggaan terugbezorgen; wederkeren; weerkeren
- keren; omdraaien

Related Words for "omkeren":


Synonyms for "omkeren":


Related Definitions for "omkeren":

  1. het in tegenovergestelde richting brengen1
    • zij heeft de pan met aardappels omgekeerd1
  2. in tegengestelde richting gaan1
    • op weg naar zijn werk is hij omgekeerd1
  3. je lichaam op een andere kant leggen1
    • zij heeft zich in bed omgekeerd1

Wiktionary Translations for omkeren:


Cross Translation:
FromToVia
omkeren vrida; vända; blanda; sammanblanda retourneraller de nouveau en un lieu.