Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. bijvoeglijk naamwoord:
    • Wiktionary:
      bijvoeglijk naamwoord → adjektiv
      bijvoeglijk naamwoord → adjektiv


Dutch

Detailed Translations for bijvoeglijk naamwoord from Dutch to Swedish

bijvoeglijk naamwoord: (*Using Word and Sentence Splitter)


Wiktionary Translations for bijvoeglijk naamwoord:

bijvoeglijk naamwoord
noun
  1. een woordsoort die wordt gebruikt om een eigenschap of hoedanigheid van een zelfstandig naamwoord te benoemen

Cross Translation:
FromToVia
bijvoeglijk naamwoord adjektiv adjective — (grammar) a word that modifies a noun or describes a noun’s referent
bijvoeglijk naamwoord adjektiv adjectif — Grammaire (1)

Related Translations for bijvoeglijk naamwoord