Summary
Dutch to Swedish: more detail...
- bereik:
- bereiken:
-
Wiktionary:
- bereik → omfång, räckvidd, värdemängd, omfattning, fack, fält, gebit, klass, krets, område, sfär
- bereiken → ta fram, göra åtkomlig, åstadkomma, uppnå, komma fram, hinna, nå, hinna fram till, hinna med, nå fram till, utmynna, sluta, föra, leda, öppna sig, suppurera, ernå
Dutch
Detailed Translations for bereik from Dutch to Swedish
bereik:
-
het bereik (reikwijdte; range; verspreidingsgebied; draagwijdte)
-
het bereik (bandbreedte)
-
het bereik
-
het bereik
-
het bereik
-
het bereik
-
het bereik
-
het bereik (zoekbereik)
Translation Matrix for bereik:
Noun | Related Translations | Other Translations |
intervall | bereik | interval; speelkwartier; toonafstand |
omfång | bereik; zoekbereik | aanzetsel; aanzetstuk; aanzetting; bereik met persoonlijke aanpassingen; gezwollenheid; levensduur; opgeblazenheid; opgezetheid; proportie; verhouding |
område | bereik; draagwijdte; range; reikwijdte; verspreidingsgebied | ambtsgebied; bestuursgebied; buitenwijk; buurt; cacheregio; centrum; district; emplacement; gebied; gebiedsdeel; gewest; gordel; handelswijk; klimaatgordel; luchtstreek; plein; provincie; rayon; rayon van een bedrijf; regio; ressort; rijksgedeelte; scope; sectie; sector; stadsdeel; stadskwartier; stadswijk; streek; terrein; territorium; wijk; woonwijk; zone |
räckvidd | bandbreedte; bereik; draagwijdte; range; reikwijdte; verspreidingsgebied | vliegbereik |
Not Specified | Related Translations | Other Translations |
datatäckning | bereik | |
omfattning | bereik | |
sökomfång | bereik; zoekbereik |
Wiktionary Translations for bereik:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• bereik | → omfång | ↔ Lage — Musik: Teil des Notenumfangs |
• bereik | → räckvidd | ↔ range — maximum reach of capability |
• bereik | → värdemängd | ↔ range — math: set of values of a function |
• bereik | → omfattning | ↔ scope — breadth, depth or reach of a subject; a domain |
• bereik | → fack; fält; gebit; klass; krets; område; sfär | ↔ sphere — region in which something or someone is active |
bereik form of bereiken:
-
bereiken (doordringen; penetreren in)
Conjugations for bereiken:
o.t.t.
- bereik
- bereikt
- bereikt
- bereiken
- bereiken
- bereiken
o.v.t.
- bereikte
- bereikte
- bereikte
- bereikten
- bereikten
- bereikten
v.t.t.
- heb bereikt
- hebt bereikt
- heeft bereikt
- hebben bereikt
- hebben bereikt
- hebben bereikt
v.v.t.
- had bereikt
- had bereikt
- had bereikt
- hadden bereikt
- hadden bereikt
- hadden bereikt
o.t.t.t.
- zal bereiken
- zult bereiken
- zal bereiken
- zullen bereiken
- zullen bereiken
- zullen bereiken
o.v.t.t.
- zou bereiken
- zou bereiken
- zou bereiken
- zouden bereiken
- zouden bereiken
- zouden bereiken
diversen
- bereik!
- bereikt!
- bereikt
- bereikend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for bereiken:
Verb | Related Translations | Other Translations |
nå | bereiken; doordringen; penetreren in | komen tot; reiken |
Related Definitions for "bereiken":
Wiktionary Translations for bereiken:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• bereiken | → ta fram; göra åtkomlig | ↔ access — to gain or obtain access to |
• bereiken | → åstadkomma; uppnå | ↔ achieve — to carry out successfully; to accomplish |
• bereiken | → uppnå | ↔ achieve — to obtain, or gain as the result of exertion |
• bereiken | → komma fram | ↔ arrive — to get to a certain place |
• bereiken | → uppnå; hinna | ↔ erreichen — zu einem Ziel gelangen; seine Wünsche durchsetzen |
• bereiken | → nå; hinna fram till; hinna med; uppnå | ↔ erreichen — zu jemandem oder zu etwas hingelangen |
• bereiken | → nå fram till; nå | ↔ erreichen — eine Verbindung zu jemandem herstellen |
• bereiken | → uppnå | ↔ erzielen — etwas anvisiert (Angestrebtes) erreichen |
• bereiken | → utmynna; sluta; föra; leda; öppna sig; suppurera | ↔ aboutir — toucher par un bout. |
• bereiken | → ernå | ↔ atteindre — toucher de loin au moyen d’un projectile. |
• bereiken | → nå; uppnå | ↔ parvenir — Arriver à un point donné à la suite d’un déplacement. (Sens général) |