Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. geliefd:
  2. gelieven:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for geliefd from Dutch to Swedish

geliefd:

geliefd adj

  1. geliefd (lief; dierbaar; toegenegen; bemind)

Translation Matrix for geliefd:

ModifierRelated TranslationsOther Translations
älskad bemind; dierbaar; geliefd; lief; toegenegen beminde
älskat bemind; dierbaar; geliefd; lief; toegenegen beminde; geliefkoosd; gestreeld uit liefde

Related Words for "geliefd":

  • geliefder, geliefdere, geliefdst, geliefdste

Wiktionary Translations for geliefd:


Cross Translation:
FromToVia
geliefd kär dear — loved; lovable
geliefd kär dear — precious to or greatly valued by someone
geliefd populär popular — liked by many people

geliefd form of gelieven:

gelieven verbe (gelief, gelieft, geliefde, geliefden, geliefd)

  1. gelieven (behagen; bevallen; plezieren; aanstaan)
    finna nöje i; tycka om; njuta av
    • finna nöje i verbe (finner nöje i, fann nöje i, funnit nöje i)
    • tycka om verbe (tycker om, tyckte om, tyckt om)
    • njuta av verbe (njuter av, njöt av, njutit av)

Conjugations for gelieven:

o.t.t.
  1. gelief
  2. gelieft
  3. gelieft
  4. gelieven
  5. gelieven
  6. gelieven
o.v.t.
  1. geliefde
  2. geliefde
  3. geliefde
  4. geliefden
  5. geliefden
  6. geliefden
v.t.t.
  1. heb geliefd
  2. hebt geliefd
  3. heeft geliefd
  4. hebben geliefd
  5. hebben geliefd
  6. hebben geliefd
v.v.t.
  1. had geliefd
  2. had geliefd
  3. had geliefd
  4. hadden geliefd
  5. hadden geliefd
  6. hadden geliefd
o.t.t.t.
  1. zal gelieven
  2. zult gelieven
  3. zal gelieven
  4. zullen gelieven
  5. zullen gelieven
  6. zullen gelieven
o.v.t.t.
  1. zou gelieven
  2. zou gelieven
  3. zou gelieven
  4. zouden gelieven
  5. zouden gelieven
  6. zouden gelieven
en verder
  1. ben geliefd
  2. bent geliefd
  3. is geliefd
  4. zijn geliefd
  5. zijn geliefd
  6. zijn geliefd
diversen
  1. gelief!
  2. gelieft!
  3. gelieve
  4. geliefd
  5. gelievend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for gelieven:

VerbRelated TranslationsOther Translations
finna nöje i aanstaan; behagen; bevallen; gelieven; plezieren amuseren; genieten; genot hebben van
njuta av aanstaan; behagen; bevallen; gelieven; plezieren amuseren; genieten; genieten van; genot hebben van
tycka om aanstaan; behagen; bevallen; gelieven; plezieren amuseren; genieten; genieten van; genot hebben van; houden van; lekker vinden; lusten

Related Translations for geliefd