Summary
Dutch
Detailed Translations for aankoop from Dutch to Swedish
aankoop:
-
de aankoop (acquisitie; kopen; verwerving; verkrijging; aanschaf; afname; koop)
-
de aankoop (acquisitie; aanschaf; boodschap; aanwinst; aangekochte; koop)
Translation Matrix for aankoop:
Noun | Related Translations | Other Translations |
förvärv | aankoop; aanschaf; acquisitie; afname; koop; kopen; verkrijging; verwerving | inkoop |
inköp | aankoop; aanschaf; acquisitie; afname; koop; kopen; verkrijging; verwerving | inkoop |
köp | aangekochte; aankoop; aanschaf; aanwinst; acquisitie; afname; boodschap; koop; kopen; verkrijging; verwerving | afpingelarij; inkoop; knibbelarij |
uppköp | aankoop; aanschaf; acquisitie; afname; koop; kopen; verkrijging; verwerving | overname |
Related Definitions for "aankoop":
Wiktionary Translations for aankoop:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• aankoop | → inköp | ↔ Einkauf — das Erwerben von etwas gegen Geld |
• aankoop | → inköp | ↔ Ankauf — der Erwerb von Wertstücken |
• aankoop | → anskaffning; inköp; köp; ackvisition; förvärv | ↔ acquisition — action d’acquérir. |
• aankoop | → anskaffning; inköp; köp | ↔ emplette — emploi, choix. |
• aankoop | → anskaffning; inköp; köp; marknad; torg; krambod | ↔ marché — lieu public où l’on vendre les choses nécessaires pour la subsistance et pour les différents besoins de la vie. |
aankopen:
-
aankopen (kopen; verkrijgen; verwerven; aanschaffen)
Conjugations for aankopen:
o.t.t.
- koop aan
- koopt aan
- koopt aan
- kopen aan
- kopen aan
- kopen aan
o.v.t.
- kocht aan
- kocht aan
- kocht aan
- kochten aan
- kochten aan
- kochten aan
v.t.t.
- heb aangekocht
- hebt aangekocht
- heeft aangekocht
- hebben aangekocht
- hebben aangekocht
- hebben aangekocht
v.v.t.
- had aangekocht
- had aangekocht
- had aangekocht
- hadden aangekocht
- hadden aangekocht
- hadden aangekocht
o.t.t.t.
- zal aankopen
- zult aankopen
- zal aankopen
- zullen aankopen
- zullen aankopen
- zullen aankopen
o.v.t.t.
- zou aankopen
- zou aankopen
- zou aankopen
- zouden aankopen
- zouden aankopen
- zouden aankopen
diversen
- koop aan!
- koopt aan!
- aangekocht
- aankopende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for aankopen:
Verb | Related Translations | Other Translations |
inhandla | aankopen; aanschaffen; kopen; verkrijgen; verwerven | |
köpa | aankopen; aanschaffen; kopen; verkrijgen; verwerven |
External Machine Translations: