Dutch

Detailed Translations for aansturen op from Dutch to Swedish

aansturen op:

aansturen op verbe

  1. aansturen op (afstevenen op; afvaren op; afstomen op; aanhouden op)
    gå mot; styra kors mot; bege sig till
    • gå mot verbe (går mot, gick mot, gått mot)
    • styra kors mot verbe (styr kors mot, styrde kors mot, styrt kors mot)
    • bege sig till verbe (beger sig till, begav sig till, begivit sig till)
  2. aansturen op (doel beogen; viseren)
    sträva efter; sikta på
    • sträva efter verbe (strävar efter, strävade efter, strävat efter)
    • sikta på verbe (siktar på, siktade på, siktat på)

Translation Matrix for aansturen op:

NounRelated TranslationsOther Translations
anstränga sig aansturen op; ambitie; aspiratie; azen; beogen; doel; intentie; pogen; streven; streven naar; trachten
strida för aansturen op; ambitie; aspiratie; azen; beogen; doel; intentie; pogen; streven; streven naar; trachten
VerbRelated TranslationsOther Translations
anstränga sig pogen; proberen; trachten
bege sig till aanhouden op; aansturen op; afstevenen op; afstomen op; afvaren op
gå mot aanhouden op; aansturen op; afstevenen op; afstomen op; afvaren op
sikta på aansturen op; doel beogen; viseren bedoelen; beogen; ergens iets mee willen zeggen; gericht werpen; ijveren; mikken; streven; ten doel hebben
sträva efter aansturen op; doel beogen; viseren ambiëren; bedoelen; beogen; najagen; nastreven; ten doel hebben; trachten te verkrijgen; vervolgen
styra kors mot aanhouden op; aansturen op; afstevenen op; afstomen op; afvaren op

Related Translations for aansturen op