Dutch
Detailed Translations for aanwezig zijn from Dutch to Swedish
aanwezig zijn:
aanwezig zijn verbe (ben aanwezig, bent aanwezig, is aanwezig, was aanwezig, waren aanwezig, aanwezig geweest)
Conjugations for aanwezig zijn:
o.t.t.
- ben aanwezig
- bent aanwezig
- is aanwezig
- zijn aanwezig
- zijn aanwezig
- zijn aanwezig
o.v.t.
- was aanwezig
- was aanwezig
- was aanwezig
- waren aanwezig
- waren aanwezig
- waren aanwezig
v.t.t.
- ben aanwezig geweest
- bent aanwezig geweest
- is aanwezig geweest
- zijn aanwezig geweest
- zijn aanwezig geweest
- zijn aanwezig geweest
v.v.t.
- was aanwezig geweest
- was aanwezig geweest
- was aanwezig geweest
- waren aanwezig geweest
- waren aanwezig geweest
- waren aanwezig geweest
o.t.t.t.
- zal aanwezig zijn
- zult aanwezig zijn
- zal aanwezig zijn
- zullen aanwezig zijn
- zullen aanwezig zijn
- zullen aanwezig zijn
o.v.t.t.
- zou aanwezig zijn
- zou aanwezig zijn
- zou aanwezig zijn
- zouden aanwezig zijn
- zouden aanwezig zijn
- zouden aanwezig zijn
diversen
- ben aanwezig!
- bent aanwezig!
- aanwezig geweest
- aanwezig zijnde
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for aanwezig zijn:
Verb | Related Translations | Other Translations |
bevista | aanwezig zijn; bijwonen | |
vara där | aanwezig zijn; er zijn | |
vara närvarande | aanwezig zijn; er zijn | erbij zijn; tegenwoordig zijn |
åtfölja | aanwezig zijn; bijwonen |
Wiktionary Translations for aanwezig zijn:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• aanwezig zijn | → delta; närvara | ↔ attend — to be present at |