Summary
Dutch to Swedish: more detail...
- afdruk:
- afdrukken:
-
Wiktionary:
- afdruk → tryck, avtryck, påtryckning, grundfärg, intryck, förnimmelse, verkan
- afdrukken → trycka, efterbilda, kopiera, imitera
Dutch
Detailed Translations for afdruk from Dutch to Swedish
afdruk:
-
de afdruk (print)
Translation Matrix for afdruk:
Noun | Related Translations | Other Translations |
grafiskt blad | afdruk; print | |
gravyr | afdruk; print | graveerwerk; graveren; gravering; gravure |
reproduktion | afdruk; print | |
stick | afdruk; print | doorn; graveerwerk; graveren; gravure; pijn in de zij; steek; stekel |
tryck | afdruk; print | afdrukken; bedrukking; benadrukking; druk; drukken; drukking; drukwerk; dwang; gedrukt stuk; pressie |
tryckalster | afdruk; print | artikel; publicatie; stuk |
Verb | Related Translations | Other Translations |
stick | bekijken; dood kunnen vallen; inrukken; opdonderen; ophoepelen; opkrassen; oplazeren | |
Modifier | Related Translations | Other Translations |
tryck | bedrukt; gedrukt; met een opdruk |
Related Words for "afdruk":
Wiktionary Translations for afdruk:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• afdruk | → tryck | ↔ Druck — nur Plural 2: Ergebnis des Reproduktionsverfahrens [2] |
• afdruk | → tryck | ↔ Druck — kein Plural: Reproduktionsverfahren |
• afdruk | → avtryck | ↔ print — visible impression |
• afdruk | → tryck; påtryckning; grundfärg; intryck; förnimmelse; verkan | ↔ impression — imprimerie|fr action par laquelle une chose appliquer sur une autre y laisser une empreinte ; résultat de cette action. |
afdrukken:
-
afdrukken (trekker overhalen; vuren)
Conjugations for afdrukken:
o.t.t.
- druk af
- drukt af
- drukt af
- drukken af
- drukken af
- drukken af
o.v.t.
- drukte af
- drukte af
- drukte af
- drukten af
- drukten af
- drukten af
v.t.t.
- heb afgedrukt
- hebt afgedrukt
- heeft afgedrukt
- hebben afgedrukt
- hebben afgedrukt
- hebben afgedrukt
v.v.t.
- had afgedrukt
- had afgedrukt
- had afgedrukt
- hadden afgedrukt
- hadden afgedrukt
- hadden afgedrukt
o.t.t.t.
- zal afdrukken
- zult afdrukken
- zal afdrukken
- zullen afdrukken
- zullen afdrukken
- zullen afdrukken
o.v.t.t.
- zou afdrukken
- zou afdrukken
- zou afdrukken
- zouden afdrukken
- zouden afdrukken
- zouden afdrukken
diversen
- druk af!
- drukt af!
- afgedrukt
- afdrukkende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for afdrukken:
Noun | Related Translations | Other Translations |
tryck | afdrukken; drukken | afdruk; bedrukking; benadrukking; druk; drukking; drukwerk; dwang; gedrukt stuk; pressie; print |
utgåva | afdrukken; drukken | afgifte; aflevering; editie; uitdeling; uitgaaf; uitgave; uitgifte; uitreiking; verstrekking |
Verb | Related Translations | Other Translations |
trycka av | afdrukken; trekker overhalen; vuren | |
Modifier | Related Translations | Other Translations |
tryck | bedrukt; gedrukt; met een opdruk |
Related Words for "afdrukken":
Wiktionary Translations for afdrukken:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• afdrukken | → trycka | ↔ print — to copy something on a surface, especially by machine |
• afdrukken | → efterbilda; kopiera; imitera | ↔ copier — Traductions à trier suivant le sens |
• afdrukken | → trycka | ↔ imprimer — faire ou laisser une empreinte sur quelque chose, y marquer des traits, une figure. |