Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. afsnauwen:


Dutch

Detailed Translations for afsnauwen from Dutch to Swedish

afsnauwen:

afsnauwen verbe (snauw af, snauwt af, snauwde af, snauwden af, afgesnauwd)

  1. afsnauwen (toesnauwen; snauwen; afblaffen; afbekken)
    snäsa
    • snäsa verbe (snäser, snäste, snäst)
  2. afsnauwen (toesnauwen; snauwen; afblaffen; toebijten; afbekken)
    fräsa åt
    • fräsa åt verbe (fräser åt, fräste åt, fräst åt)
  3. afsnauwen (uitvallen tegen)
    brista ut i
    • brista ut i verbe (brister ut i, brast ut i, brustit ut i)

Conjugations for afsnauwen:

o.t.t.
  1. snauw af
  2. snauwt af
  3. snauwt af
  4. snauwen af
  5. snauwen af
  6. snauwen af
o.v.t.
  1. snauwde af
  2. snauwde af
  3. snauwde af
  4. snauwden af
  5. snauwden af
  6. snauwden af
v.t.t.
  1. heb afgesnauwd
  2. hebt afgesnauwd
  3. heeft afgesnauwd
  4. hebben afgesnauwd
  5. hebben afgesnauwd
  6. hebben afgesnauwd
v.v.t.
  1. had afgesnauwd
  2. had afgesnauwd
  3. had afgesnauwd
  4. hadden afgesnauwd
  5. hadden afgesnauwd
  6. hadden afgesnauwd
o.t.t.t.
  1. zal afsnauwen
  2. zult afsnauwen
  3. zal afsnauwen
  4. zullen afsnauwen
  5. zullen afsnauwen
  6. zullen afsnauwen
o.v.t.t.
  1. zou afsnauwen
  2. zou afsnauwen
  3. zou afsnauwen
  4. zouden afsnauwen
  5. zouden afsnauwen
  6. zouden afsnauwen
diversen
  1. snauw af!
  2. snauwt af!
  3. afgesnauwd
  4. afsnauwende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

afsnauwen [znw.] nom

  1. afsnauwen (uitvallen tegen)

Translation Matrix for afsnauwen:

NounRelated TranslationsOther Translations
fall ut emot afsnauwen; uitvallen tegen
skälla ut afsnauwen; uitvallen tegen
VerbRelated TranslationsOther Translations
brista ut i afsnauwen; uitvallen tegen
fräsa åt afbekken; afblaffen; afsnauwen; snauwen; toebijten; toesnauwen
skälla ut intimideren; ringeloren; tiranniseren; uitbrander geven; uitfoeteren; uitkafferen; uitschelden; uitvloeken
snäsa afbekken; afblaffen; afsnauwen; snauwen; toesnauwen bruuskeren; onheus bejegenen