Dutch
Detailed Translations for afzwakking from Dutch to Swedish
afzwakking:
-
de afzwakking (vermindering)
Translation Matrix for afzwakking:
Noun | Related Translations | Other Translations |
avtagande | afzwakking; vermindering | achteruitgang; afname; daling; korten; krimpen; minder worden; minderen; ontnemen; sluiereffect; terugloop; val; verval |
minskande | afzwakking; vermindering | korten; krimpen; minderen |
nedgång | afzwakking; vermindering | afname; afnames; afrotten; daling; decadentie; minder worden; terugloop; val; verval; vervallingen; verwording |
Modifier | Related Translations | Other Translations |
avtagande | achteruitgaand; afnemend; minderend; slinkend; tanend; verminderend; vervallend; zwemend | |
minskande | achteruitgaand; afnemend; dalend; vervallend |