Dutch
Detailed Translations for belading from Dutch to Swedish
belading:
Translation Matrix for belading:
Noun | Related Translations | Other Translations |
frakt | belading; lading; last; vracht | bevrachting; cargo; lading; scheepslading; vracht; vrachtgoed |
gods | belading; lading; last; vracht | artikelen; goederen; goedje; handelswaar; koopwaar; materiaal; riddergoed; spul; voorwerpen; vrachtgoed; waar; waren |
last | belading; lading; last; vracht | gevoelslast; inladen; kwaaltje; lading; ladingen; last; schroefbank; verlading; vrachten; vrachtgoed |