Home ->Dictionaries ->Dutch/Swedish ->Translate belastingen

Translate belastingen from Dutch to Swedish

Summary

Dutch to Swedish: more detail...

belastingen:
- skatt
belasting:
- avgift; arvode; skatter; skatt; taxering; beläggning
Wiktionary:
- belasting → last, skatt, taxa, tribut

Dutch

Detailed Translations for belastingen from Dutch to Swedish

belastingen:

belastingen [de ~] nom, pluriel

de belastingen (heffingen)
skatt
- skatt [-en] nom

Translation Matrix for belastingen:

Noun	Related Translations	Other Translations
skatt	belastingen; heffingen	belasting; kindlief; liefje; overheidsbelasting; plicht

Related Words for "belastingen":

belasting

belastingen form of belasting:

belasting [de ~ (v)] nom

de belasting (leges; kosten; heffing)
avgift; arvode
- avgift [-en] nom
- arvode [-ett] nom
de belasting (overheidsbelasting)
skatter; skatt; taxering
- skatter nom
- skatt [-en] nom
- taxering [-en] nom
de belasting
skatt
- skatt [-en] nom
de belasting
beläggning
- beläggning [-en] nom

Translation Matrix for belasting:

Noun	Related Translations	Other Translations
arvode	belasting; heffing; kosten; leges
avgift	belasting; heffing; kosten; leges	reisbiljet; soldij; taxatiewaarde; toeslag; tolheffing; toltarief; wedde
beläggning	belasting	bont; coating; laag; pels; toewijzing; vacht
skatt	belasting; overheidsbelasting	belastingen; heffingen; kindlief; liefje; plicht
skatter	belasting; overheidsbelasting	thesaurieën
taxering	belasting; overheidsbelasting	belastingaanslag; raming; schatting; taxatie; waardebepaling; waardeschatting

Related Words for "belasting":

belastingen

Related Definitions for "belasting":

geld dat je aan het rijk moet geven voor algemene voorzieningen¹
- als je veel verdient, moet je veel belasting betalen¹
gewicht van een lading¹
- bij te zware belasting werkt de lift niet¹
taak die iemand moet uitvoeren¹
- elke dag huiswerk maken is een te grote belasting voor mij¹

Wiktionary Translations for belasting:

Cross Translation:

From	To	Via
• belasting	→ last	↔ Last — Mechanik: Kraft, die auf eine sich im Betrieb befindende Maschine wirkt
• belasting	→ skatt	↔ tax — money paid to government
• belasting	→ skatt; taxa; tribut	↔ impôt — charge public, droit imposer sur certaines choses.
• belasting	→ taxa; tribut	↔ taxe — (vieilli) fixation faite officiellement du prix des denrées, des frais de justice, du port des lettres, etc.

¹Muiswerk Woordenboek