Summary
Dutch to Swedish: more detail...
- beschaafdheid:
- beschaafd:
-
Wiktionary:
- beschaafd → civiliserad
Dutch
Detailed Translations for beschaafdheid from Dutch to Swedish
beschaafdheid:
-
de beschaafdheid (welgemanierdheid; beleefdheid; decorum; betamelijkheid; fatsoen; fatsoenlijkheid; gevoeglijkheid)
Translation Matrix for beschaafdheid:
Related Words for "beschaafdheid":
beschaafdheid form of beschaafd:
-
beschaafd (welgemanierd; netjes; fatsoenlijk; welopgevoed)
rätt skick-
rätt skick adj
-
-
beschaafd (geciviliseerd; ontwikkeld; gecultiveerd)
-
beschaafd (welopgevoed; beleefd; voorkomend; wellevend; gemanierd)
Translation Matrix for beschaafd:
Modifier | Related Translations | Other Translations |
artig | beleefd; beschaafd; gemanierd; voorkomend; wellevend; welopgevoed | fatsoenlijk; netjes; ordentelijk |
artigt | beleefd; beschaafd; gemanierd; voorkomend; wellevend; welopgevoed | attent; deugdzaam; eerzaam; fatsoenlijk; galant; hoffelijk; hoofs; netjes; ordentelijk; ridderlijk; voorkomend; zedig |
bildad | beschaafd; geciviliseerd; gecultiveerd; ontwikkeld | geleerd; intelligent; slim; wijs |
kultiverad | beschaafd; geciviliseerd; gecultiveerd; ontwikkeld | |
rätt skick | beschaafd; fatsoenlijk; netjes; welgemanierd; welopgevoed | |
väluppfostrat | beleefd; beschaafd; gemanierd; voorkomend; wellevend; welopgevoed | goed opgevoed; hoofs |
Related Words for "beschaafd":
Wiktionary Translations for beschaafd:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• beschaafd | → civiliserad | ↔ civil — behaving in a reasonable or polite manner |